GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 169

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 169

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

een kwestie van afwegen

168

malige bestuurders van de vu. Op zijn beurt was het pi wel het visitekaartje van deze universiteit. Toen de vu in 1935 een propagandafilm liet maken kregen Waterink en zijn instituut en laboratorium daarin een prominente plaats. Voor een folder twee jaar later gold hetzelfde. Het pi paste uitstekend in de doelstelling van de Vrije Universiteit, die christelijke wetenschap wilde bevorderen, het toekomstig christelijk kader in de maatschappij wilde rekruteren en de wetenschap in dienst van de medemens wilde stellen. Waterink als volmondige onderschrijver van de doelstelling en zijn pogingen een christelijke pedagogiek neer te zetten vielen dan ook goed bij de vu-directeuren. 1 Hulpverlening met een wetenschappelijke insteek kreeg niet alleen vorm in het pi, maar ook in de eerder gestichte Valeriuskliniek, de in 1944 geopende Pieter van Foreestkliniek en uiteindelijk in het Academisch Ziekenhuis. 2 De betrokkenheid van de vu bij het pi nam toe toen het instituut zich in 1941 losmaakte van ’s Heeren Loo en een eigen stichtingsbestuur kreeg. Daarin hadden twee directeuren van de universiteit zitting. Dat gebeurde nadat Waterink in 1939 een uitgebreide beleidsnota geschreven had waarin hij het belang van het pi voor de vu aantoonde en lijnen voor de toekomst uitstippelde (zie hoofdstuk 4). Sindsdien kreeg het instituut jaarlijks een aanzienlijke som geld van de universiteit. Als Waterink extra geld nodig had vond hij bij directeuren een gewillig oor. Toen in 1947 het laboratorium zelfstandig werd behield de vu een aandeel in het laboratorium, waardoor ze deelde in de winsten. Ook de overname van het onderkomen in de Vossiusstraat door de vu van ’s Heeren Loo in 1957 vergrootte de betrokkenheid van de universiteit. Deze stak bovendien heel wat geld in de noodzakelijke verbouwing. De universiteit op haar beurt had van meet af aan een belangrijke plek in de doelstelling van het pi. Naast hulpverlening aan kinderen was dat het doen van wetenschappelijk onderzoek. In de pioniersfase van Waterink was dit laatste echter beperkt. Dat kon ook niet anders want de wetenschappelijke disciplines psychologie en pedagogiek stonden nog in de kinderschoenen. Hij heeft echter wel een trend gezet die lange tijd na hem nog doorwerkte: de hoogleraar-directeur die inhoudelijk het beleid bepaalde en de lijnen voor de toekomst uitzette. De Wit ging dan ook grotendeels in zijn voetsporen door. Wel kreeg het pi onder diens leiding een belangrijker rol in de opleiding van pe-

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 168 2e proef

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 169

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's