GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 160

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 160

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

herinneringen aan de tijd op het paedologisch instituut

kaar kende. Na de verhuizing behoorde die romantiek en overzichtelijke saamhorigheid tot het verleden.’ Voor leidsters en leerkrachten werd de sfeer mede bepaald door degenen die aan de leiding stonden. Anders dan eerder bij Waterink, bleven deze topmensen voor kinderen grotendeels buiten het blikveld. Toch was Jan de Wit minstens een zo imposante en markante figuur als Waterink. Daarvan kan onderwijzer Simon van den Heuvel getuigen. De Wit had de touwtjes goed in handen. Zo ging hij over diens sollicitatie als onderwijzer op de school. Hij omschreef hem als volgt: ‘de wetenschappelijk directeur van het pi was professor Jan de Wit. Het was een gemoedelijke man en ik kon goed met hem overweg, maar ik schrijf bewust het predikaat professor voor zijn naam, want De Wit vond het niet prettig als ik tegenover hem psychologische vaktaal gebruikte; dat was voorbehouden aan “echte wetenschappers” (dus aan hemzelf) en zeker niet aan schoolmeesters (zoals ik). Ik studeerde toen overigens mo pedagogiek bij De Wits collega prof. De Ruyter, dus ik kon die vaktermen zinvol gebruiken.’ Daarnaast speelde Hans Heiner als zakelijk directeur een sfeerbepalende rol. Groepsleidster Sylvia Robert vermeldde: ‘De dagelijkse sfeer op het pi werd vooral bepaald door de persoonlijke wijze waarop zakelijk directeur Hans Heiner, samen met de financiële man Roel Dijkema de toon zette. Zij kenden iedereen bij naam en mede dankzij hun betrokkenheid voelden wij ons één grote pi-familie.’ Voor kinderen waren leidsters, onderwijzers en andere kinderen de belangrijkste sfeerbepalende factoren. Haast iedereen haalt goede herinneringen op aan zulke personen (zie voorgaande). Het protestants-christelijk karakter verdween na Waterinks vertrek langzamerhand. Het was niet meer nadrukkelijk aanwezig. Volgens Jacqueline was het christelijk karakter alleen nog merkbaar in het regelmatig bidden: ‘Aan de meester, Pièrre Bouwman, bewaar ik goede herinneringen. Door hem werd ik mij ook bewust van het christelijk karakter van de school; evenals in de leefgroep werd er gebeden voor de maaltijd. In de leefgroep kwam eens een nieuwe jongen, en die bad hardop: “God, ik maak het kort, want ze eten van mijn bord.” Daar moesten we dan vreselijk om lachen! Op zondag ging ik soms naar de zondagsschool. Dat was niet verplicht, maar ik deed het graag omdat we er altijd leuke dingen deden. De jaarlijkse kerstviering vond ik wel gezellig, maar maakte toch minder indruk op mij.’ Bijna tien jaar la-

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 159 2e proef

159

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 160

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's