Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 45

testen, meten en wegen

besluit

44

Op de Psychotechnische tentoonstelling, die van 25 november tot 1 december 1937 in Den Haag plaatsvond, hield Jan Waterink een lezing over ‘De beteekenis van de psychotechniek voor het afwijkende kind’.27 Deze voordracht kan beschouwd worden als een sleuteltekst met betrekking tot Waterinks opvattingen over de mens – het kind en de volwassene – in de samenleving: ieder individu heeft zijn eigen unieke waarde voor de samenleving. Op de vraag wat de betekenis van de psychotechniek voor afwijkende kinderen was, antwoordde Waterink toen: ‘De psychotechniek beschikt over middelen om bij deze afwijkende kinderen te zoeken naar de punten die de contactmogelijkheden beteekenen tusschen den aanleg en de geaardheid van dit kind eenerzijds en het cultuurleven anderzijds.’ 28 Waterink gebruikte de tests om te onderzoeken wat voor kinderen die afweken van het gemiddelde een goede plek in de samenleving was en hoe het pi kon helpen het kind die plek ook te laten vinden. Dit testgebruik stond in dienst van de wetenschap en de opleiding van het toekomstig kader van hulpverleners. De wetenschap was zo van direct nut voor het kind en omgekeerd vormden de geteste kinderen en jongeren het ‘materiaal’ waarmee ook de wetenschap weer verder geholpen kon worden.

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 44 2e proef

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen