GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 19

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 19

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

pedologie: ‘de wetenschap van het kind’

18

schoolkinderen. Hij onderzocht welke fouten kinderen vóór en na de lessen maakten op het gebied van spreken, schrijven en andere verrichtingen en hoe deze varieerden met de tijdstippen van de dag.9 Dat de eerste wetenschappelijke publicaties over het kind in de achttiende eeuw verschenen, is niet toevallig. Juist toen was de Verlichting op haar hoogtepunt. Men ging nadenken over de wijze waarop de samenleving kon verbeteren en onderwijs en opvoeding vormden daarin belangrijke aangrijpingspunten. Verlichte pedagogen als John Locke (1632-1704), Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) en J. H. Pestalozzi (1746-1826), en filantropijnen in Duitsland als Campe en Basedow beschouwden de ‘kindertijd’ als periode van afzondering, scholing, afhankelijkheid en onmondigheid. Het kind kreeg meer dan voorheen een aparte status. Voor deze pedagogen was de kindertijd een belangrijke fase, die de basis legde voor de volwassenheid. Iemand als Rousseau benadrukte bovendien de innerlijke groeikracht en individualiteit van kinderen. Geen enkel kind is aan een ander gelijk, zo meende hij met John Locke. Dit denken legde bijvoorbeeld de basis voor hervormingen in het onderwijs en de strijd tegen kinderarbeid. Kinderen moesten een onbezorgde kindertijd hebben, zo was de teneur in pedagogische geschriften.10 Individuele onderzoekers als Preyer en Sigismund bogen zich dus al over de ontwikkeling van het kind, ruim voordat Oscar Chrisman in 1896 het begrip pedologie introduceerde. Nieuw was echter dat de pedologie zich nadrukkelijk ging richten op het in zijn ontwikkeling belemmerde kind. Zij sloot aan bij de toenemende aandacht voor ‘kindergebreken’ en de implicaties daarvan voor het onderwijs. Met de algehele leerplicht in het vooruitzicht (in Nederland in 1901 ingevoerd) werd het van belang studie te gaan maken van kinderen die uit de schoolboot zouden vallen.11 Een ander winstpunt tijdens de laatste decennia van de negentiende eeuw was dat de bestudering van het kind een institutionele inbedding kreeg. Er ontstonden instituten, verenigingen en tijdschriften, waardoor een wetenschappelijke en systematische bestudering vaste voet aan de grond kreeg. Dat was in een tijd dat de eeuwwisseling tot bezinning stimuleerde. De twintigste eeuw stond voor de deur en wat moest die de samenleving brengen? De Zweedse Ellen Key (18481926) sprong met haar boek De eeuw van het kind (1900) in op dit sentiment. Het werd een wereldwijde bestseller. Voortbouwend op het ro-

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 18 2e proef

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's