GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 117

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 117

Eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eredoctoraten

116

van het Nederlands Instituut van Accountants (niva), waar hij korte tijd later ook les ging geven. Dat Frielink een talent was, bleek al een jaar voor zijn afstuderen. In 1947 publiceerde hij het artikel De theoretische grondslagen der administratieve inrichtingsleer. Dat zou, zo schreef de economische faculteit van de vu in een toelichting op haar voordracht, ‘voor de decennia die volgden het fundamentele vertrekpunt zijn voor zowel de theoretische als de practische uitbouw van de administratieve inrichtings‑ en controleleer’. Bij de voordracht zat een lijst van boeken en artikelen die Frielink in de loop der jaren bijeen had geschreven – al moet van die ‘boeken’ geen overdreven voorstelling worden gemaakt. Daar bevonden zich titels tussen die soms zeventig, soms ook twintig en soms zelfs maar vijf pagina’s telden. Niettemin: Frielink stond binnen de accountancy op eenzame hoogte, vooral omdat hij zich al vroeg boog over de oprukkende informatica. Was het onderwijs in de accountancy in 1947 nog een zaak van het niva, tien jaar later kwam de discipline onder de vleugels van de universiteit. Frielink werd in 1957 benoemd tot lector aan de Universiteit van Amsterdam en in 1965 tot buitengewoon hoogleraar in ‘de methodologie van de automatische informatieverwerking’. De economische faculteit, die in prof. drs. J. W. Schoonderbeek zelf ook een hoogleraar accountancy in huis had, besloot al in november 1979 Frielink een eredoctoraat te verlenen. Op 10 januari 1980, toen de zaak ook binnen het College van Decanen was beklonken, ging een brief uit naar de laureaat, waarin uiteengezet werd op welke gronden Frielink het eredoctoraat kreeg. De wijze waarop hij ‘de vragen naar het theoretisch en systematisch fundament van de accountancy’ had benaderd en ‘de grondlijnen’ van dit vakgebied én van de informatica had doordacht, werden als redenen voor het eredoctoraat opgegeven. Frielink werd er stil van. In de brief, waarmee hij de toekenning vijf dagen later aanvaardde, schreef hij: ‘Het overviel mij en voor het ogenblik volsta ik daarom met de mededeling dat ik het mij toegedachte eredoctoraat volgaarne zal aanvaarden.’ De plechtigheid op 20 oktober 1980 beviel de accountant zeer, schreef Frielink na afloop. Hij besloot zijn dankwoord met de wens dat ‘de Vrije’ een ‘verdere bloei’ zou doormaken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 117

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's