GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 248

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 248

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

wub wordt mub

wub wordt mub Noomen werd in september 1996 als decaan opgevolgd door Dick Kuiper, een andere oudgediende van de faculteit. Kuiper wachtte de taak een ingrijpende wijziging van de facultaire bestuursstructuur in goede banen te leiden. Een half jaar eerder, maart 1996, had minister Ritzen een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek aangaande de universitaire bestuursorganisatie. In de wandelgangen werd van de mub gesproken, de wet Modernisering universitaire bestuursorganisatie, die de wub (Wet universitaire bestuurshervorming) uit 1972 moest vervangen. De wub had het universitaire bestuur de democratie gebracht, de mub maakte er goeddeels een einde aan. De duale structuur, waarin bestuur en raad gezamenlijk verantwoording droegen, werd vervangen door een hiërarchisch bestel dat de bevoegdheden van de uitvoerende bestuursorganen, zijnde het college van bestuur en het decanaat, aanmerkelijk vergrootte. Het college werd belast met het bestuur en beheer van de universiteit en was verantwoording verschuldigd aan een raad van toezicht die door de minister werd benoemd en de collegeleden aanstelde. De decaan c.q. een collegiaal decanaat ging de faculteit besturen en beheren, bijgestaan door een directeur beheer en benoemd door het college van bestuur, waaraan ook verantwoording moest worden afgelegd. De rol van de vertegenwoordigende raden, zijnde de universiteitsraad en de faculteitsraden, verschoof van medebestuur naar medezeggenschap. De vakgroepen verdwenen. Het wetenschappelijk personeel en het ondersteunend en beheerspersoneel werd ondergebracht in groepen of afdelingen die alleen met personele kwesties belast waren. Het facultaire onderwijs en onderzoek werd in aparte werkeenheden georganiseerd, met elk een eigen coördinator. Op deze wijze wilde de minister de slagkracht van de universiteiten vergroten, en werden dertig jaar na dato de aanbevelingen van de commissie-Maris, indertijd heftig door studenten en hoogleraren bestreden, alsnog realiteit. Tenminste – dat was de bedoeling.79 In de faculteit sociaal-culturele wetenschappen, die eind jaren zestig, begin jaren zeventig het epicentrum van de democratiseringsbeweging aan de vu was geweest, leek het bestuur de bestaande bottom-upstructuur zoveel mogelijk te willen bewaren. ‘Bij dit alles,’ al-

247

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 248

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's