GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 19

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 19

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘prolegomena der sociologie’

18

oneindig beter,’ schreef Gerretson, ‘dit openlijk te erkennen dan ons door het pronken met voorgewende sociale wetten de gerechtvaardigde minachting van de beoefenaars der natuurwetenschappen op den hals te halen.’10 Gerretson kende Steinmetz de eer toe dit breed onder de aandacht te hebben gebracht: sociologie was een wetenschap in wording waarvoor de fase van deductie nog te hoog was gegrepen.11 Of zoals Steinmetz het zelf formuleerde: ‘De sociologie is de wetenschap der feiten van het menselijk samenleven als zodanig, dus van zijn vormen, leven, ontwikkeling en verval.’12 Feiten – géén wetten of theorieën, maar beschrijvende wetenschap: ‘sociographie’, als opstap naar de theorievormende arbeid van de sociologie, een opvatting waarmee Steinmetz tussen de beide wereldoorlogen school maakte, overigens niet als leerstoelhouder in de sociologie. Weliswaar werd het vak in 1921, vooral dankzij Steinmetz’ ijveren, in het academisch statuut opgenomen zodat men er in kon afstuderen en promoveren, maar de leeropdracht die hij sinds 1907 aan de Amsterdamse Gemeente Universiteit vervulde bleef tot aan zijn emeritaat in 1933 ongewijzigd: ‘politische aardrijkskunde, volkenkunde en land‑ en volkenkunde van de Oost-Indische Archipel’. Henri ter Veen, Steinmetz’ leerling en opvolger, in 1925 gepromoveerd op De Haarlemmermeer als kolonisatiegebied, probeerde het positivistische sciëntisme te doorbreken. De studeerkamer moest volgens Ter Veen open, beleidsgericht onderzoek was zijn motto. Als Delftse ingenieurs polders leegmaalden, dorpen bouwden en wegen aanlegden, waarom zouden Amsterdamse sociografen (‘sociaal ingenieurs’, met Gerretson gesproken) zich dan niet mogen bemoeien met de immateriële infrastructuur: de bevolkingssamenstelling, de samenlevingsvormen, de sociaal-culturele voorzieningen? Al in 1927, toen Ter Veen aan de Gemeente Universiteit lector in de landbeschrijving en de sociale en economische aardrijkskunde werd, had hij tijdens zijn openbare les een lans gebroken voor praktische toepassing van sociografische expertise. Ter Veen voegde er echter onmiddellijk aan toe dat daartoe nog wel de nodige universitaire geesten rijp moesten worden gemaakt.13 Drie jaar later, in 1930, publiceerde Ter Veen zijn studie Op nieuw land een nieuwe maatschappij waarin hij een ambitieus sociaal sturingsprogramma ontvouwde voor de aan te leggen polders in de Zuiderzee.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's