GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 26

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 26

Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

24

middellijke aanraking, en zoo is de karakteriseering die er mee samengaat eveneens onmiddellijk. Soepel of stug, plastisch of abstract, welluidend of ruw, beeldrijk of nuchter zijn voorbeelden van mogelijke typeering. Dat aesthetische waardeering daarbij de plaats inneemt van exacte constateering, doet aan de zekerheid van het kennen niets af. Wel wordt opnieuw het probleem aan de orde gesteld, hoe zich ook in het taalveld een kenorde openbaart, die bij het algemeen kenbare aanvangend, zich voortschrijdend meer en meer in het persoonlijke en daarmee in de diepten der subjectiviteit schijnt te verschuilen. Niet alleen hierom hebben die karakteriseeringen iets gewaagds. Bij de typeering van den stijl is er in de eenheid van de persoon een correlaat, dat waarborg biedt voor de geldigheid van de impressie. Bij een taal als collectief uitdrukkingsmiddel hebben we dezen rechtstreekschen persoonlijken ondergrond niet, daar ze in de tijdsorde naar twee zijden in het onbegrensde zich verliest. Hoe zal nu de karakteriseering met de wisseling der aspecten voldoende rekening houden? Wat verbindt bijv. het Grieksch van Homerus met dat van dezen tijd? En als we eens nog 1000 jaar hooger konden teruggaan in de geschiedenis van die taal? Immers buiten de historische bepaaldheid onzer eigen subjectiviteit gezien is het veld waarop we onze experimenten doen en onze ideeën ontwikkelen slechts een willekeurig fragment uit een onbegrensbaar geheel. De bepaaldheid, die aan het kennen eigen is, valt er in weg. Zoodoende worden de zekerheden van het on gereflecteerde kennen vanuit dit ledige schema onverRlaarbaar. De verbondenheid van de subjectiviteit met het historische moet dus wel heel iets bijzonders zijn. De typeering van het vloeiend taalgebeuren in een vaste wet roept vragen op, die in het biologische een parallel hebben. Indien een standaardtype in den loop der ontwikkeling zich vastzet, is dit dan als gepraeformeerd te denken? Is er een gepraeformeerde, ideëele wetmatigheid van het Grieksch of van het Nederlandsch? En hoe ontplooit zich deze in een materiaal, dat ze zich dienstbaar maakt? Dát dit zoo is, is achteraf zeker,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1924

Inaugurele redes | 44 Pagina's

Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 26

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1924

Inaugurele redes | 44 Pagina's