Vierde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 22

XX

-doen; van Hem, die ons het eerst heeft lief gehad en zich zelven voor ons in den dood heeft overgegeven. Evenmin als wg, die alzoo Hem liefhebben, voor onze kinderen scholen kunnen dulden, waaruit de Christus Grods en het Woord des Heeren gebannen zijn, evenmin kunnen wij voor onze zonen genoegen nemen met z. g. neutraal middelbaar en hooger •onderwijs waarbij zulks geschiedt. Eene onmannelijke inconsequentie is het, die slechts door drogredenen kan verdedigd worden, deze dingen te willen scheiden. Daarom arbeiden wij in de volste overtuiging voor het Vrije Christelijk onderwijs, ook het academische, dat geworteld is in den bodem van Grods onfeilbaar Woord, en Jezus Christus erkent als Souverein op elk gebied. Voor dit heilig beginsel arbeidende en strijdende, zal het wel door vele bezwaren en moeiten heen moeten gaan; maar Hij roept den zijnen toe: „Zoo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zich zelven en neme zijn kruis dagelijks op, en volge Mij", en ook dat andere Woord: ,Die overwint. Ik zal hem geven met Mij te zitten in mijnen troon, gelijk als Ik overwonnen heb, en ben gezeten met Mijnen Vader in Zijnen Troon"! En Hij, die deze dingen spreekt, is de Getrouwe én de Waarr achtige, van Wien de Heilige Greest getuigt: „Deze Grod is onze öod eeuwiglijk en altoos; Hij zal ons geleiden tot den dood toe!' Namens het

Bestuur:

J. C. PABIÜS, Secretaris. AMSTERDAM,

14 Juni 1884.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen