Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 47

XLV

Door den arbeid zoo even geschetst kon de heer van Oversteeg meer geregeld aan het bureel blijven, en dit is maar goed ook; het bureel toch staat niet alleen ten dienste van onze Yereenigiug maar ook ten dienste van de Universiteit; het is daar dat H.H. Professoren inlichtingen afgeven of ontvangen; het is daar dat het steeds vermeerderend aantal studenten aanklopt bij verschillende gelegenheden, bij het betalen van collegegelden enz.; het is daar dat ook degenen die in het hospitium wonen hun adres hebben; dat zij die het middagmaal gebruiken hunne kaarten ontvangen, of wel berichten dat zij niet komen; in één woord het is daar vooral buiten de vacantietijden een komen en gaan dat des daags althans bijna voortdurend iemand in beslag neemt. Het is ons dan ook aangenaam te kunnen uitspreken, dat allen voor wie de amanuensis in deze zijne drukke betrekking arbeid te verrichten had, daarover tevreden zijn, en ook de bijlagen van dit verslag zullen zeker getuigen, dat hij niet vruchteloos aan de verbetering der organisatie arbeidde. In de leden en begunstigers had vooral in het afgeloopen jaar meer wijziging plaats dan een bloot vermelden der cijfers zo>i doen vermoeden. Het ledental bedraagt thans 628 tegen 622 bij het opmaken van het vorige verslag en het getal begunstigers steeg van 5912 tot 6820; hierbij moet echter in het oog gehouden worden dat behalve het verlies door overlijden vele leden en begunstigers der Ver e eniging hunne verdere mede werking ontzegden, hunne plaatsen werden door anderen ingenomen, zoodat het aantal nieuwe contribuanten aanzienlijker is dan de stijging in de cijfers. zou doen vermoeden. Voorts zijn er 216 contribueerende vereenigingen en wel 121 Kerkeraden, 32 Kerkvoogdijen, 63 Vereenigingen en catechisatiën tegen respectievelijk 152, 28 en 71 in 1886. In ons directorium kwam geene wijziging, onze Voorzitter werd door de jaarvergadering herkozen en de heer Hovy liet zich niet bidden om de plaats door hem met zoo veel liefde en toewijding van den aanvang af ingenomen te blijven bekleeden; ook • de heer Wentinck, die als eerste plaatsvervanger van bestuursleden aan de beurt van aftreden was, liet zich de herkiezing welgevallen. Verschillende overwegingen leidden er toe de bestaande vacaturen in de provinciale directieën niet aan te vullen; zoo bleet ook de plaats onbezet die open kwam door het vertrek uit ZuidHolland van onze ijverigen secretaris in die provincie den heer G. H. Thomassen a Thuessink van der Hoop, zoowel aan hem als aan hen, die onze Vereeniging bleven dienen, een woord van •warmen dank! Ook allen correspondenten, agenten en leden van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen