Negende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 19

. XVII

van besluiten wordt mitsdien ook in acht genomen hetgeen bepaald is in de laatste twee alinea's van art. 6 van de Statuten der Vereeniging, boven aangehaald in art. 3 dezer instructie. ART.

9.

Volgens art. 9 van de Statuten der Vereeniging „worden scholen gesticht en uitgebreid, naar gelang geschikte personen en toereikende inkomsten daarvoor kunnen gevonden worden. De eerste school wordt geopend, zoodra drie katheders kumien bezet worden". Van de opening eener school wordt door het bestuur vooraf kennis gegeven aan het Gemeentebestuur van de plaats, waar zij gevestigd wordt, en aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, ter voldoening aan de bepaling van art. 99 der Staatswet van 28 April 1876. ART.

10.

De reglementen voor de scholen der Vereeniging worden door het bestuur gemaakt en gewijzigd, nadat curatoren daarop gehoord zijn, of op hun voorstel. Bedoelde reglementen, en de later daarin aangebrachte wijzigingen, worden terstond na de vaststelling door het 'bestuur medegedeeld aan het Gemeentebestuur en aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, ter voldoening aan de bepaling van art. 99 der Staatswet van 28 April 187G. ART.

11.

Het bestuur zendt jaarlijks vóór den Isten Maart een beredeneerd verslag omtrent den toestand van de scholen der Vereeniging in het vorig jaar aan het Gemeentebestuur, en vóór den Isten November gelijk verslag over het afgeloopen studiejaar aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, ter voldoening aan de bepaling van art. 101 der Staatswet van 28 April 1876. ART.

12.

Het bestuur beijvert zich, de eerst op te richten en voorloopig te Amsterdam te vestigen school zooveel mogelijk uit te breiden door de stichting van nieuwe katheders. Telkens wanneer daartoe middelen beschikbaar zijn, vraagt het van curatoren aanwijzing van de vakken, die het eerst in aanmerking komen; en voor die vakken wordt dan een hoogleeraar of ander docent benoemd, volgens de bepalingen van art. 6 van de Statuten der Vereeniging, boven aangehaald in art. 3 dezer instructie. In den regel wordt bij benoemingen van hoogleeraren en van andere docenten door het bestuur eene voordracht van curatoren gevraae-d. Slechts bij uitzondermg maakt het gebruik van zijne vrijheid om zelf aan curatoreti iemand voor te stellen. Het bestuur geeft aan ieder, die tot hoogleeraar of docent benoemd is, terstond daarvan kennis, met bijvoeging van een afschrift der instructie door curatoren vastgesteld, voor allen die in de scholen der Vereeniging onderwijs geven, en met opgave van de verdere voorwaarden, door het bestuur zelf aan die instructie toegevoegd. De voor hoogleeraren en docenten gemaakte algemeene bepalingen kunnen in bijzondere gevallen bij de benoeming gewijzigd worden, wat de instructie betreft door curatoren, en wat de verdere voorwaarden betreft door het bestuur, 2

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen