Negende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 38

XXXVI

verheft en den Heere zoekt te ontrukken niet alleen de wereld, maar ook den hemel, om dien zelf te bezitten. Die strijd heeft altoos Gods volk gedrukt en in moeite en benauwdheid gebracht, want er is daar, aan de overzijde, zooveel schoons en wat den menseh aantrekt, en wij staan zoo zwak er tegenover, want het is Nazareth tegenover Babyion! Maar nu komt de tweede engel, roepende: „Zij is gevallen, zij is gevallen. Babyion, die groote stad, omdat zij uit den wijn des toorns harer hoererij alle volken heeft gedrenkt." Ja, Babyion is gevallen, in zijn wortel gevallen, in den raad Gods, door het kruis — en eens zult ffij haar val ten volle zien. In die wetenschap, dat hare muren reeds zijn losgewrikt, daarin ligt wat de geestdrift ontsteekt, en wij, trekken op, want Babyion imponeert ons niet meer! Maar daar is nog banger benauwing voor Gods volk en voor ons: de vijand kan van binnen insluipen, zoodat gij in uw stichting en onder het volk des Heeren verzocht wordt en verleid, en dat gij ook uitgaat als dienaar naar Sichem, om den dienst van het beeld eens van verre te zien, e n . . . . om ongemerkt het teeken er van te ontvangen. Die macht, die opkomst van beneden, heeft iets dierlijks, en daarom spreekt Babyion onbewust zich uit in de voorstelling van dierenkoppen.. Het trekt neer naar het dierlijke. Die macht wil den menseh, eenmaal geschapen naar Gods beeld,, herscheppen naar het eigen beeld, om hem te brengen tot zelfaanbidding. En daarvan nu is in ons allen een beginsel. Maar juist daarom volgt de derde engel, zeggende met een groote stem: „Indien iemand het beest aanbidt en zijn beeld, en ontvangt het merkteeken aan zijn voorhoofd, of aan zijne hand, die zal ook drinken uit den wijn des toorns Gods, die onvermengd ingeschonken is, in den drinkbeker zijns toorns, en zal gepijnigd worden met vuur en sulfer voor de heilige engelen en voor het Lam, en de rook van hunne pijniging gaat op in alle eeuwigheid, en zij hebben geen rust dag en nacht, die het beest aanbidden en zijn beeld, en zoo iemand het merkteeken zijns naams ontvangt." En daarom, ziet wat gezegd wordt na den zang des engels: „Hier is de lijdzaamheid der heihgen." — Lijdzaamheid, want profetisch viel Babyion, maar werkelijk staat het nog, en triumfeert nog, en ook onze stichting moet strijden en ten einde toe gesmaad worden; en dien strijd strijden en dien smaad dragen kan alleen, wie die lijdzaamheid verstaat. En opdat nu niemand op valsehe bevindelijkheid steune, staat er bij: „Hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus." Laat dat de toetssteen zijn, ook voor de representanten van het Hooger Onderwijs onder u, of ook daar (:?^•e onderwerping gezien wordt;, geen valsehe roem of dweperij, maar die heerlijkheid, die bloesem is van de lijdzaamheid Gods, onder de heiligen, wier zonden gewasschen zijn door het bloed des Lams.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen