Dertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 58

LVI

Onze ijverige Amanuensis, de heer Jb. v. Oversteeg, is in dezen weg met veel opgewektheid en volharding werkzaam geweest en mocht weer veel vriendelijkheid en gulle gastvrijheid op onderscheidene plaatsen in het vaderland ondervinden, waarvoor wij hartehjk dankbaar zijn. Door onze j aarlij ksche circulaires werden de kerken weer herinnerd aan de te houden collecten. Aan alle predikanten der Gereformeerde kerken werden jaarverslagen gezonden, ook aan hen die nog geen begunstigers waren, om hunne aandacht op deze zaak te vestigen, en met voldoening mag worden vermeld, dat die poging ook gunstige resultaten mocht opleveren. Ook hielden wij de betrekking aan met belangstellende vrienden in Amerika, waarvan ook sommigen ons door hun schrijven verblijdden. Vaste correspondenten mochten wij evenwel in dat werelddeel nog niet vinden, ofschoon het ons bijzonder aangenaam wezen zou. Onze bibliotheek mocht weer vermeerderd worden met aankoopen en geschenken. Hoe welkom laatstgenoemde ook mogen zijn, zal ieder gevoelen, dat, voor eene Universiteits-hihliotheek vooral, niet alle boeken gelijke waarde hebben. Mogen er vrienden zijn, die bereid zijn onze bibliotheek te helpen aanvullen (wat zeer gewaardeerd zal worden), zullen zij zeker het best hun doel bereiken door zich vooraf door onzen Bibliothecaris, Prof. De Hartog, te laten inlichten, welke boeken het meest gewenseht zijn. Het getal leden bedraagt 540, dat der contribuanten 8293. Dit keer was de toeneming van het getal contribuanten het grootst in de provincie Groningen, wat wg als een verblijdend gevolg mogen aanmerken van de betere kennismaking op de jaarvergadering. Volgens Bijl. C werd van 291 corporatiën dit jaar door collecten en vaste contributiën ondersteuning genoten. Aan ons bureel werd de administratie geregeld gevoerd, welke ook tot velerlei briefwisseling aanleiding gaf. Er was steeds werk genoeg aan den winkel, en het worde ons niet euvel geduid, indien wij er nogmaals den nadruk op leggen, dat de arbeid van onzen Amanuensis ten zeerste vergemakkelijkt en veraangenaamd wordt, indien de broeders Correspondenten zeer geregeld zijn in hunne opgaven van vermeerdering, verandering, enz. Niet altijd wordt daarop genoegzaam gelet. Een woord van oprechten dank mag hier niet ontbreken aan alle Correspondenten, Agenten en allen die, op welke wijze en onder welken naam dan ook, onze Vereeniging een goed hart hebben toegedragen, en ons hun zoozeer gewaardeerde hulp hebben verleend. Mogen zij nog vele jaren van den Heere in staat gesteld worden zulks te blijven doen ! In ons Hospitium mochten wij de goede hulp van Mevr. de Wed. Mond, onze geachte Directrice, blyven ondervinden, die.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen