GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 39

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

den dag der praktijk verwelkt zonder vrucht te hebben opgeleverd! Het lectoraat had dit kunnen verhoeden, wellicht de pépinière voor een professoraat kunnen zijn. 2°. Om practici van naam aan de Universiteit te verbinden. Een professoraat, waarbij zij zich geheel aan de hoogeschool geven, zouden deze mannen zich om meer dan één reden niet willen zien opgedragen, maar voor een lectoraat waarbij zij slechts verbonden waren een paar uur in de week in speciale vakken, hiin vakken, les te geven, zouden zij zijn te vinden. . 3°. Om de zoogenaamde „bijkomende vakken"'te onderwijzeji. 4°. Om bij tijdelijke ontstentenis of verhindering van een hoogleeraar in zijn lessen te voorzien. Mocht het mij nu ook gelukken ü in mijn overtuiging te doen deelen, dat ook aan onze universiteit dit viertal'behoeften bestaat, dan zult ook gij tot de conclusie komen, dat op de aanstelling van lectoren bij ons, meer dan tot dusver is geschiedt, de aandacht dient gevestigd. Ik wil dit beproeven. Voor wat het eerste betreft wijs ik U op het feit, dat God de Heere, van Wien alle goede gave is, ook onze Universiteit jonge mannen schonk en dat wel in onze drie faculteiten, die aan het einde hunner studentenloopbaan gekomen het oude merk van „uitstekend voorwerp voor de letteren of wetenschappen" volkomen verdienen. Vervolgens, dat ook onze Calvinistische kring in de hoofdstad practicivan naam op juridisch, literair en theologisch gebied bezit wier g'ewaardeerde krachten onze Universiteit best zou kunnen gebruiken. In het tegenwoordig' lectoraat van de Staats-Universiteiten ligt het oude officie van den professor extraordinarius van Art. 69 O. B en dat van den lector saamgestrengeld. Aan de Stedelijke Universiteit is dit weer losgemaakt om met den naam van buitengewoon hoogleeraar de practici van naam te lokken. Het komt mij voor, dat het niet noodig is haar hierin te volgen. Wij Calvinisten hechten niet zooveel aan titels waar het onszelf g'eldt, al geven wij ze gaarne aan anderen, gehoorzaam ook hierin aan het „eere dien gij de eere schuldig zijt". Voor onze mannen is het lokaas van een weidschen titel niet noodig. Verder, dat onze Universiteit vermeerdering van leerkrachten dring-end noodig heeft. Gij kent het numeriek verschil in de wijze waarop elders en bij ons de faculteiten bezet zijn. In één gansche faculteit bezitten wij zelfs tot dusver slechts één hoogleeraar, een man die zeker wel voor een geheele faculteit gelden kan, doch voor wien het physiek onmogelijk is alles te doen. Ik wijs U op hoofdvakken, die aan onze Universiteit nog niet gedoceerd worden als staathuishoudkunde en vaderlandsche historie; op zoo

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895

Jaarboeken | 192 Pagina's

Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 39

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895

Jaarboeken | 192 Pagina's