GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Zestiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 49

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

XLvn

klaring, dat de monarchie ten onzent met republikeinschen zin doorvoed is, opvatte, alsof volgens Groen onze monarchie doortrokken was van de volks-souvereiniteit. Groen bedoelde met di-e woorden, dat de monarchie zich moest aansluiten aan ons gemeenebestelijk verleden. "De Koning in Nederland is niet een landsheer, maar ook niet een figurant. . . . De Koning is beschermheer, desnoods tegen de meerderheid, desnoods tegen een tijdelijke opinie, beschermheer van de rechten en vrijheden des volks." (Ned. Ged. IV, blz. 74.) Aldus in 1857. Evenzoo in 1866. Het met republikeinschen zin doorvoed, dat volgens Groen beteekent: De Koning is beschermheer der volks vrijheden, desnoods tegen de meerderheid, — heeft {nota bene!) Mr. Van Houten verstaan als erkenning der volks-souvereiniteit! Het historisch koningschap is tot bescherming der volksvrijheden. Daarom heeft Groen altoos gewaardeerd, dat Willem III geworsteld heeft tegen de schoolwet van 1857, hem opgedrongen door de Staten-Generaal. De Kroon niet eminent, maar ornament, is eene anti-historische gedachte. En een gevaar voor de volksvrijheden. Maar zal de Kroon die zelfs tegen de meerderheid kunnen beschermen, dan dient zij aan de tradition der vaderen getrouw te zijn. Steunende op den Bijbel, verdedigen wij de vrijheid. Spreker kwam hierna tot de tweede stelling, van dezen inhoud : II. TEGEN ABSOLUTISME EN CLERICALISME.

De door Prof. Dr. J. P. H. Land, te Leiden, gegeven "Vingerwijzing", dat volgens Spinoza de Staat, wien het toch slechts om het vreedzaam en eendrachtig samenwerken zijner onderdanen te doen is, gelijkelijk heeft te beschermen, wie het tweeledig beginsel aanvaarden: God liefhebben boven alles en uwen naaste als u zei ven (Inleiding op het Godgeleerd-staatkundig vertoog, vert. door W. MEIJER, blz. 32), is meer geschikt om Spinoza's absolutisme en clericalisme aan het oog te onttrekken dan «om het boek beter te verstaan", waarin dit on-lNederlandsche stelsel wordt bepleit.

H

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896

Jaarboeken | 207 Pagina's

Zestiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 49

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896

Jaarboeken | 207 Pagina's