GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Zeven-en-dertigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 39

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXYH

Daarbij kwam, dat de mogelijkheid, die reeds van 1848 af A'oor een vrije en dus ook eeln Chiüstelijke vrije universiteit bestond, omstreeks de zeventiger jaren zooveel gropter was geworden. Met de woorden: ,,Het geven van onderwijs is vrij", was töoh, naar wij zagen, zegt spreker, ook het reoht t o t h e t geven van hojoger onderwijs geschonken. Hij' wij'st er hier nog op, dat bij de beraadslaging over Art. 99 van de Wet van 1876 op het Hooger Onderwijs, in welk artikel van het Bijzonder Hooger Ondei-wijs wordt gehandeld, de heer De Vries zelfs opmerkte, d a t dit artikel, hetwelk recht geeft t o t h e t opriohten van een© bijzondere school voor hooger onderwijs, niet in de wet behoefde te worden geschreven, omdat reeds de Grondwet dat recht gafDan, niet slechts het toen t o t wet ge-worden ontwerp, maar ook de drie voorgaande, niet tot wet getworden ontwerpen, zoowel dat van Minister Heemskerk u i t 1868, als d a t van Minister Fock uit 1869 en van Minister Greertsema uit 1874, hadden een met dit artikel overeenstemmende bepaling. Reeds kort na 1848 toch zat bij' de nieuwe regeling van b e t Hooger Onderwijs, welke verving die van het Koninklijk Besluit van 2 Augustus 1815, waarbij h e t reoht t o t h e t geven van bijzonder Hooger Onderwijs was uitgesloten, de gedachte voor, dit recht bij de wet te verleenen. En die gedachte zat ook voor bij Minister Heemskerk, toen hg tijdens zijn tweede Ministerie den H e n December van 1'874 zij'n ontwerp van do wet op het Hooger Onderwijs indiende. En z0;0 da,n, zegt spreker, was omlstreeks de zeventiger jari3n,. en dus ook in 1875, toen bij! velen in den kring der rechtzinnigén de sympathie voior het denkbeeld eener Christelijke vrijie universiteit in tegenstelling met ide vrijzinnige openbare universiteiten was ontwaaktj de mogelijkheid op de verwerkelijking van dit denkbeeld nog grooter geworden dan m 1848. Er Is, zoo zegt hij, in 1875 een oogenblik geweest, waarop, zooals Dr. Kuj'iDer vijf jaar later in ,,Strikt genotmen" zou schrijven, „de orthodoxie de handen ineien h a d kunnen slaan om 'cen schitterende inrichting in het leven te roepen". l Maar men heeft d i t oogenblik laten voorbijgaan. De niet-Gereformeerde belijders van het geloof in den Christus der Schriften wilden niet, als Dr. Gunning, met hun Gereformeerde medebelijders van dit h u n geloof saaimwerken. Gunning moest de smartelijke ervaring opdoen, dat mannen als Bronsveld, Van Toorenenbergen en anderen aan zijn oproep tot oen samenspreking over een Christelijke vrqe universiteit weigerden gehoor te geven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917

Jaarboeken | 284 Pagina's

Zeven-en-dertigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 39

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1917

Jaarboeken | 284 Pagina's