GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Drie-en-veertigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 26

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

xxTin Daarbij zijn niet inbegrepen de kosten,, verband houdende met d'ei oprichting van gebouwen. Deze post kan zeker ook op één millioen per jaar gesteld worden. Naar verhouding verdeeld worden dan de kosten der Natuurkundige en Medische faculteiten 2^h millioen en der drie andere faculteiten / 750.000,— per jaar. Derhalve voor de drie faculteiten het dubbele van wat voor dezelfde faculteiten aan de Vrije Universiteit werd berekend. Het blijkt, dat, wat Directeuren vragen in hun circulaire, niet overdreven is. Bij vergelijking van de cijfers der uitgaven Voor de hoogleeraren aan de Vrije met die van Groningen,, valt het op, met hoeveel soberheid de Vrije Universiteit werkft. Bij een practisch gelijk aantal studenten wordt aan de Vrije / 90.000,— minder akn salarissen uitbetaald dan door hst Rijk voor de drie faculteiten der Groninger Universiteit. Om dus, ook met do Medische faculteit, eenigzins behoorlijk voor den dag te komen, moet er een inkomen zijn van een half millioen per joar. De eerste vraag, die rijst is: kan ons volk jaarlijks die 5 ton bijeen brengen. Spreker meent van wel. Op voorwaarde echter, dat men het besef krijgt, dat dan ook' de eindstreep is bereikt, dat men kan zeggen: d a n z ij n w e k 1 a a r. Zoo is het echter niet. Dan hebben we nog maar een derde van wat voor een complete Universiteit noodig is. Hoe dan dit schijnbaar onbereikbare te verkrijgen? De eerst voor de hand liggende gedachte is vanzelf om, na analogie van Lager- en Middelbaar Onderwijs, het smeekend oog naar de Staatskas op te heffen. Nu geheel afgezien van die omstandigheid, dat ik hoop, dat er in de komende jaren een grimmige waakhond bij de Schatkist van het Rijk zal blijken aanwezig te zijn, brengt deze gedachtengang ons de oplossing niet. Ik wil daarmee niet gezegd hebben, dat er voor subsidietering van het Vrije Hooger Onjderwijs in het geheel ^een plaats is. Integendeel, een Isubsidie kan op goeie gronden worden bepleit. Maar de gedachte die heeft geleid tot de gelijkstelling van openbaar en bijzonder lager onderwijs, tot een zeer k|ra,chtige steun bij middelbare en gymnasiale onderwijsinrichtingen, kan bij het Hooger Onderwijs niet worden gehandhaafd. Ik zal op dit punt thans niet dieper ingaan. Het is een onderwerp op zichzelf. Ma,ar ik' bespreek' dit punt ook daarom niet breeder, omdat ik' een gelijkstelling van Openbaar en Bijzonder Hooger Onderwijs niet in het belang van dat onderwijs zelf acht. Omdat ik het op zichzelf niet wenschen zou, ook als de financieele toestand des lands riit zou toelaten om er ernstig o'.'-er te kunnen denken. En op geheel dezelfde gronden zou ik willen afwijzen een subsidieregeling die zoover ging, dat b.v. 75 p.Ct. of 80 p.Ct. ider kosten voor rekening van den Staat zouden komen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1923

Jaarboeken | 359 Pagina's

Drie-en-veertigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 26

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1923

Jaarboeken | 359 Pagina's