Jaarboek 1926 - pagina 31

39 tijden. Reeds ten vorigen jare v/ees Dr. De Moor er op dat er factoren werkzaam waren, die den band tusschen de V. U. en het Gereformeerde volk allerminst versterkt hadden. En men zou metterdaad niet kunnen spreken van een n a a r s t i g zoeken naar de oorzaak van verflauwde •belangstelling, indien men verzuimde ook in die richting naar een verklaring te speuren. Als ik daarop iatusschen nadruk leg, dan doel ik geenszins in de eerste plaats op de ietwat geruchtmakende aangelegenheid, die op onze vorige jaarvergadering te Utrecht zooveel aandacht vroeg en zelfs nog een navergadering in Den Haag noodig maakte. Goed beschouwd gold het toen een i n c i d e n t en aan incidenten moet men nimmer te groote beteekenis hechten, omdat zij tenslotte meestal slechts v r u c h t zijn van wat anders. Kent men er eene te groote beteekenis aan toe, dan vervalt men zoo licht in het gevaar om, met de verdwijning ^ van een onwelkom verschijnsel, tot zorgelooze en niet gemotiveerde gerustheid terug te keeren. Men kajn daarom eenerzijds met ieen gevoel van blijdschap er op wijzen, dat de bekende t o o n e e l k w e s t i e thans uit de wereld is, zonder aan den anderen kant nochtans van oordeel te'zijn, dat het door Dr. de Moor :— en eerder reeds door den heer Ideniburg —aangeroerde punt dientengevolge uit onzen gezichtskring verwijderd is. Wie dat meenen zou, sust zichzelf in slaap. Het f e i t , dat de warmtegraad der belangstelling voor onze Universiteit, bij vroeger vergeleken, gedaald is, mag niet worden verborgen onder de voldoening, die we gevoelen, dat een lastig incident op bevredigende wijze uit den weg werd geruimd. Integendeel, dat feit moet worden aanvaard en vierkant onder de oogen worden gezien. Immers, onze Universiteit is voor haar bestaan zoowel geestelijk als stoffelijk volstrekt afhankelijk van de belangstelling van het e e n v o u d i g © Gereformeerde volk, van de kwartjes- en dubbelt jesmensohen dus. Alle pogen om over die O'mstandigheid heen te zien, leidt in het eind tot groote schade voor den bloei der Universiteit. Laat ons dus eerst dien feitelijken toestand, zonder terughouding aanvaarden en dan onderzoeken waar de oorzaak van verminderde belangstelling te vinden zij. Die oorzaak k a n liggen bij de Universiteit, ze kan óók liggen bij ons volk. Eindelijk is het geenszins uitgesloten, dat men aan beide kanten zal moeten zoeken. Instinctief kies ik voor het laatste. Onze Universiteit is opgericht in dagen van groote geestelijke spanning. Hare eerste leeraren waren mannen, die krachtig tot de verbeelding van ons volk spraken. Om hen concentreerde zich de gansohe actie van het Gereformeerde volk: wetenschappelijk; kerkelijk; staatkundig; op het terrein van de Pers; bij de groote, zoo suggestief werkende volksbijeenkomsten. Zij waren de banierdragers op e 1 k terrein en bij e l k e gelegenheid. Bij ons volk,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen