Jaarboek 1927 - pagina 29

36 hij, ook na zijn aftreden, ons even na blijft, als toen hij zich nog op de middaghoogte zijns levens bevond. Gereformeerde menschen hebben in het dagelijksch verkeer, naast meer dan één gebrek, althans één groote deugd: die der dankbaarheid! Zij vergeten de mannen niet, die als vaandeldragers voor hen henentogen; zij dragen hen in liefde; zij steunen hen in het gebed; zij ruimen hen voor immer een plaats in het hart in. Zijn vervanger, Prof. V o l l e n h o v e n , weet ik dan ook geen betere wensch mee te geven by den aanvang zijner professorale loopbaan dan deze, dat bij het eind van zijn universitairen arbeid de man, die dan mijne plaats .achter den lezenaar inneemt, van hem zal mogen getuigen wat ik thans, als woordvperder der Vergadering, van Professor G e e s i n k zeggen mocht. ^ i | # | i ^ ^ ^ | Professor W a t e r i n k staat op zichzélf. Hij is in dubbelen zin buitengewoon hoogleeraar. Naar zijn benoemingsbrief formeel; maar meer nog, wijl zijn benoeming vrucht is. van samenwerking met Gereformeerd Schoolverband. Met die benoeming is een verlangen der onderwijswereld in vervulling gegaan, en wij wenschen èn hem èn onzen onderwijsmannen toe, dat de vrucht van zijn arbeid straks ook in den dagelijkschen, gewonen zin van het woord „buitengewoon" zal blijken te zijn.

Metterdaad is er dus wel reden om een gevoel van voldoening niet te onderdrukken. Mits die voldoening er nu maar niet toe leide om enkele andere, min gunstige verschijnselen te verdoezelen. Reeds ten vorigen jare heb ik er op gewezen, dat er factoren werkten, die een ongunstigen invloed oefenden op de hechtheid van den band tuschen de Universiteit en ons Gereformeerde volk- Uitdrukkelijk heb ik er toen bijgevoegd, dat ik destijds niet het oog had op bepaalde incidenten, die zich hadden voorgedaan, maar op een daling van den warmtegraad in het algemeen. Wanneer ik daarop thans bij vernieuwing de aandacht vestig, dan werpe men mij niet tegen, dat de statistiek dit feit toch niet komt bevestigen. Alle achteruitgang in één jaar ingehaald en zelfs nog de topcijfers van 1923 — die de hoogste waren sinds het bestaan onzer Vereeniging — overtroffen! Wat spreekt ge dan nog van daling van den warmtegraad! Die cijfers zeggen echter niets omtrent het verschijnsel, waarop ik doelde. Op de ziel van on» volk ihöb ik het oog, niet op zijn geld. Zeker, ook stoffelijk zijn we afhankelijk van den goeden wil van het Gereformeerde volk. Daar buiten kunnen we niet. Maar grooter'. nog is de afhankelijkheid in anderen zin. Wanneer 'dat Volk ophoudt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen