Jaarboek 1934 - pagina 39

37 Hij zeide te hebben willen volstaan met deze eene zin: „Wat ik te zeggen heb, is ontroerend schoon gezegd; ik heb gezegd". Doch de voorzitter kon zich daarmee niet vereenigen en Mr. Bijleveld onderwierp zich aan diens leiding. Hij herinnerde aan Dr. Kuyper's uitspraak, dat de naar Gods beeld geschapen mensch een taak heeft de gedachte Gods in Zijn schepping na te denken, opdat God daarin en daardoor toekome eer en heerlijkheid. En aan die andere uitspraak, dat de wetenschap alleen gebonden is aan Gods Woord en in die absolute gebondenheid als dienaresse Gods, staat in vrijheid van den Staat, in vrijheid ook van de Kerk als instituut. Dat is de grondslag der.Vrije Universiteit. Daartegen hebben steeds gebotst allerlei krachten, die dit onmogelijk trachtten te maken. Men heeft gespot over een wetenschap, die is gebonden aan een dogma — en dus niet „vrij" was. Maar 't geloovig volk heeft doorschouwd hoe die wijsheid van de waanwijze wereld klatergoud was. Alleen de wetenschap, die zich stelt op Gods Woord is onwrikbaar, wat spr. illustreerde met erop te wijzen, hoe het pantheïsme is verdrongen door het materialisme en dit weer door het relativisme. Er zijn echter ook onder de Gereformeerden, die van het ideaal der V.U. niets moeten hebben. Die meenen, dat wij ons niet bemoeien moeten met al die dingen buiten ons en daardoor ook komen tot een verkeerde beschouwing der wetenschap. Zij verstaan niet, dat de Chr. wetenschap als dienaresse Gods Zijn eisch moet gehoorzamen. Zulks opdat God ook daarin tot Zijn eer kome, doch ook in 't belang van het geheele volksleven. Wanneer — aldus spr. — dit ideaal der V.U. ons weder zuiver toewenkt, dan zien wij ook, dat in de stichting en onderhouding der V.U. niets is voor den mensch om op te roemen, doch dat 't slechts is vervulling van taak en plicht. God wil ons gebruiken om — zooals Ds. Munnik 't in de ure des gebeds zeide — steeds meer bastions op te werpen, opdat zoo gevormd worde een geestelijke muur. Maar dan zullen wij ook zorgen, dat de V.U. in stoffelijk opzicht krijgt wat zij noodig heeft. Als daarvoor geld noodig is, veel geld, dan zullen wij dat geven. Ook hier geldt het „Werp uw brood uit op het water". Als wij zoo het ideaal der V.U. zien, dan zullen wij er alles voor over hebben, omdat het Gods zaak is. En wanneer wij zoo arbeiden, dan mogen wij de vervulling Zijner beloften, ook voor de V.U., verwachten.

§ 10.

Financiën.

Van zegen en zorgen spreekt het financieel overzicht over 1933. Zegen, want dat het eind-resultaat onder de tegenwoordige bezwarende tijdsomstandigheden, in een jaar, waarin het tekort op de be-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen