Jaarboek 1934 - pagina 32

30

slag geldt voor de wetenschap als zoodanig, maar ook voor de vorming en opleiding van hen, die aan de Vrije Universiteit hun onderricht ontvangen. Daar zijn en worden de mannen gevormd, die in het maatschappelijk leven de Gereformeerde beginselen uitdragen, die invloed oefenen en leiding geven. Het leven mag niet worden overgelaten aan de discipelen der indifferente wetenschap. Er moet steeds meer een levend protest opgaan tegen de ontkenning van het Koningschap van Christus over de geheele wereld, staande op het sterke fundament van geloof en wetenschap. Onze mannen, zij moeten medewerken aan de veredeling en verrijking van het nationale leven; die hoogere ontwikkeling der natie kan alleen dan Gode welgevallig zijn, wanneer ze haar wortel vindt in de erkenning van Zijn Naam en Souvereiniteit. Toen Dr. Kuyper het recht tot universiteitsstichting in 1880 verdedigde tegen Dr. Bronsveld, schreef hij, na te hebben opgesomd de machten, die aan de andere zijde staan, het woord, dat nog met dezelfde kracht tot ons spreekt: „Maar wij vertegenwoordigen, in hoe gebrekkigen vorm dan ook, een beginsel; het beginsel der vrijheid; het beginsel van het burger-initiatief; bovenal het historisch beginsel van den Christus Gods: Zonder Mij kunt gij, ook op het erf der wetenschappen, niets doen! En het is voor dat heerlijk, drievuldig beginsel, -dat wij, mannen van de Vrije Universiteit, zij het ook in het diepst besef van onze kleine kracht en van onze volstrekte onwaardigheid, nochtans vastelijk besloten hebben, den strijd ten einde toe te strijden, zoolang de Heere, in Wiens Naam alleen onze hulpe staat, er ons de kracht, er ons den moed, er ons de geloofsbezieling toe zal schenken." En nu, wij verstaan het, de zich in dezen tijd openbarende verwarring in het leven van ons volk en van de volkeren der wereld, is in de allereerste plaats van geestelijken aard. Tegen de verwoestende geesstelljke stroomingen, die het denkleven verwarren, die het vaste fundament van geloof en wetenschap ondermijnen, die de waarden van gezag en vrijheid tot een onherkenbaar caricatuur maken, past verweer en dat verweer kan alleen dan met vrucht worden geboden, wanneer het uitgaat van het levensbeginsel, dat ook het levensbeginsel is van onze Vrije Universiteit; wanneer het uitgaat van de eenheidsgedachte, dat God Souverein is van de geheele schepping en dat Zijn ordinantiën gelding hebben voor het geheele leven. Want immers, we mogen het aannemen, dat de verwarring juist daardoor zoo fel om zich heen heeft gegrepen, omdat de breidel van de eenheidsgedachte, opkomend uit een dieper levensbeginsel, veelal werd gemist.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen