GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1937 - pagina 42

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1937 - pagina 42

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

40

wordt van een tegen God opgestane en door den Goddelijken vloek getroffen cultuur. Dit beteekent echter allerminst, dat de Schrift ons zou leeren, in Piëtistischen zin de cultuur te verachten, of hoogstens als een noodzakelijk kwaad te aanvaarden. Aanstonds bij de schepping heeft de mensch van God de opdracht ontvangen, de aarde niet alleen te vervullen, maar haar ook te onderwerpen, Genesis 1 : 28; en deze opdracht bevat een cultuurprogram, maar dan van een cultuur, die ondergeschikt is aan het Koninkrijk Gods, omdat ze tot stand komt krachtens Goddelijke opdracht en in onderwerping aan Zijn hoog gebod. De cultuur vindt dus haar oorsprong niet, zooals men wel gemeend heeft, in den zondeval, maar in de scheppings-ordinantie. Dat ze na den val nog mogelijk blijft, is te danken aan het feit, dat de Goddelijke genade tusschenbeide treedt, als particuliere genade om een volk Gods te behouden, en met breed eren werkingskring als gemeene gratie om op deze aarde, trots zonde en vloek, een menschelijk leven mogelijk te maken en in stand te houden. Hierbij kan alleen de particuliere genade bekwamen tot een cultuur-arbeid, waarin de mensch Gode behagelijk is, omdat die arbeid is opgenomen in het Koninkrijk Gods. Nu is er wel op te letten, dat in de door de Schrift gegeven beschrijving van de geschiedenis van het Godsrijk de cultuur niet op den voorgrond staat. Want het Koninkrijk Gods valt met de cultuur allerminst samen; het komt wezenlijk tot stand niet door het werk van menschen, maar door het werk Gods; daarom wordt Israël ons getoond als een volk, dat aan cultuur veel armer is dan de wereldmachten, die het onderdrukken, en waarvan het door Gods wondermacht wordt verlost. Maar toch wordt aan Israel geen cultuurverachting geleerd. Zelfs de wijsheid der 'Egyptenaren wordt dienstbaar om Mozes te bekwamen tot leidsman zijns volks; en onder Israël komt een cultuur op, die onder Salomo een hoogtepunt bereikte, en die — wat ze ook met de culturen der omliggende volken gemeen moge hebben — toch naar haar diepste wezen gekarakteriseerd wordt door het woord „de vreeze des Heeren is het beginsel der wijsheid". Hier is de radicale tegenstelling met het beginsel, dat den aanvang der zondige cultuur-ontwikkeling heeft gevormd. Daar, in het Paradijs, het valsche beginsel der emancipatie, waardoor de mensch het Goddelijk gezag op zijde stelt om autonoom, eigenwettelijk, kennis te verkrijgen, en bij het aldus verkregen eigen licht te wandelen. Hier daarentegen, in het aangehaalde Schriftwoord, als beginsel van alle wijsheid geproclameerd de vreeze des Heeren, het zich buigen onder het Goddelijk gezag, het beven voor Zijn Woord. Dat is ook — aldus besloot spreker — het beginsel van de Vrije Universiteit. God heeft die Vrije Universiteit niet noodig om Zijn rijk te doen komen. Maar wij hebben haar noodig om onze roeping

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Jaarboeken | 182 Pagina's

Jaarboek 1937 - pagina 42

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Jaarboeken | 182 Pagina's