GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 118

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 118

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

114 elk van beide kan ik me echter niet meer dan één opmerking veroorloven. Wat de Staatscommissie betreft, wil het mij voorkomen, dat zowel haar oorsprong, als haar opdracht en haar samenstelling ons, bij alle persoonlijke en zakelijke waardering, toch tot enige waakzaamheid moeten nopen. De indiening van het subsidieontwerp kan voor ons in beginsel slechts een reden zijn tot grote voldoening, in zoverre daardoor eindelijk aan een billijk verlangen onzerzijds wordt tegemoet gekomen ; een oordeel over de wijze waarop dit geschiedt, kan hier uiteraard niet worden gegeven. Aan het einde gekomen van de mij voor dit uur opgedragen taak, moge ik tenslotte, in aansluiting bij wat ik in het begin reeds opmerkte, nog eens in het algemeen uiting geven aan mijn dankbaarheid jegens al degenen die op een of andere wijze mij bij de vervulling van mijn rectorale ambt behulpzaam zijn geweest, de waarneming ervan, metname ook toen ik een tijd lang door de gevolgen van het mij overkomen kleine ongeval in mijn bewegingen was belemmerd, mij hebben vergemakkelijkt, en er het hunne toe hebben bijgedragen, dat ik minder ben tekort geschoten dan anders ongetwijfeld het geval zou zijn geweest; dat ik hierbij inzonderheid denk aan den Secretaris van den Senaat en aan den Pedel der Universiteit, zal na wat ik vroeger over hen gezegd heb, wel voor niemand twijfelachtig zijn. Overzien we nog eens het thans afgesloten cursusjaar der Vrije Universiteit in zijn geheel, dan kunnen we slechts verheugd zijn en dankbaar. Spoediger dan wellicht werd verwacht, is het Academisch leven in de normale banen teruggekeerd. Voor verliezen werden we gespaard. Rustig hebben we onzen arbeid kunnen verrichten. Maar de rust betekende allerminst verstarring: integendeel, veelzijdige belangstelling viel alom waar te nemen, ook voor zaken en vragen die niet rechtstreeks de eigenlijke studie betroffen een belangstelling, die, mits ze geen afbreuk doet aan wat centraal moet zijn en blijven, slechts nuttig kan zijn. Zo is er alle grond, om in de kracht Gods, met goeden moed het nieuwe cursusjaar in te gaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948

Jaarboeken | 176 Pagina's

Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1948 - pagina 118

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948

Jaarboeken | 176 Pagina's