Jaarboek 1960-1961 - pagina 80

en de aantrekkingskracht tot de bredere groepen van orthodox-protestantse studenten is steUig regionaal beperkt. Men kan zelfs verwachten dat het spreidingsrapport die wens om dicht bij huis te studeren nog in de hand zal werken. Men mag het spreidingsrapport dankbaar zijn voor de vele gegevens, welke het met veel zorg bijeen vergaderd heeft. Uiteraard hebben deze gegevens de aandacht van besturende colleges en Senaat gehad en hun beraad gaat voort, met name ook over de vraag of de kenneUjk onder toekomstige studenten aanwezige regionahseringstendensen ook van de Vrije Universiteit maatregelen van spreiding vragen. AUerlei motieven spelen daarbij een rol, pro en contra. Voor de Vrije Universiteit spreekt in sterke mate het meer naar voren gebrachte bezwaar, dat de eisen van wetenschapsbeoefening in het gedrang komen bij een geringe bezetting. Ook het onderwijskundig aspect heeft vele kanten. Heel bijzonder spreekt tot onze universiteit — daar is zij nu juist bijzonder voor —• haar taak en roeping ten aanzien van de volksgroep die haar draagt in alle delen van het land. Verder rijst de vraag of eventuele spreiding dan zou moeten denken in de richting van regionen waar de neiging om bij huis te bUjven het sterkst is. Ook de rapporten welke een commissie aan de Fryske Akademy heeft uitgebracht hebben de bijzondere aandacht. Het tweede dier rapporten denkt aan een atheneum, dat berusten zou op een samenwerking tussen enige universiteiten onder één bestuur en één Senaat. Het laat zich moeüijk denken dat een aldus gemengd schooltype voor de Vrije Universiteit aanvaardbaar is, te minder waar het hier gaat om de eerste studiejaren met hun accent op de principiële vornüng. Er zijn echter andere eerder acceptabele vormen denkbaar. Een merkwaardige voorslag doet het spreidingsrapport. Wanneer aan het einde van het rapport de commissie zich ineens schijnt re reahseren dat het volledig passeren van het bijzonder onderwijs zich toch wel heel ver van de Nederlandse werkelijkheid verwijdert, vindt ze nog iets wat op een troostprijs voor de Vrije Universiteit gaat Ujken: tegen 1980 kan daar nog wel een tandheelkundige opleiding bij samen met de Universiteit van Amsterdam. Aldus gesteld, kan niet anders gereageerd worden dan met de opmerking dat de commissie het karakter van het bijzonder onderwijs miskent, en dat wij al onze rechten voorbehouden. Overigens is het op zichzelf

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen