Jaarboek 1966 - pagina 33

hartig moeten worden ingeschakeld, spreekt vanzelf. Van in hoofdzaak uitvoerende instantie moeten de faculteitsbesturen besturende organen der faculteiten worden. U zijt natuurlijk benieuwd, hoe wij de ook door ons zo dringend geschilderde moeilijkheden, wanneer wij meer dan 200 eerstejaars medici zouden moeten toelaten, hopen op te vangen. Dat zal geschieden door de aanleg van een televisiecircuit. Denkt u nu niet, dat het wetsontwerp van minister Diepenhorst dus wel met recht verworpen is. Het drie kwartier lang kijken en luisteren naar een televisiebeeld van een collegegevende hoogleraar is iets anders dan in een gemakkelijke stoel gezeten de avonturen van Bonanza volgen. Onder hoogleraren treft men weinig Bonanza's aan. Op deze wijze valt weer een stuk contact tussen docent en student weg en daarover moet men niet gering denken.

* * * Bij de wet van 15 juni 1966, Staatsblad 266, is een interimregeling ingesteld met betrekking tot het percentage van de bijdrage uit 's Rijks kas aan de bijzondere universiteiten en hogescholen. Het subsidiepercentage van de bijzondere instellingen is daarbij voor de jaren 1964 t/m 1967 bepaald op 98,5 % . De regeling stemt ons tot dank; wij zouden anders niet weten, hoe wij zouden moeten rondkomen en dat ondanks het feit, dat wij de goedkoopste universiteit van Nederland zijn. Uit de aanduiding „interimregeling" en uit de genoemde jaartallen volgt, dat de regeling een tijdelijk karakter draagt. Of tot een subsidiëring van 100 % zal moeten worden overgegaan, is in studie bij een werkgroep, van welke - geruststellende gedachte - de heer Donner deel uitmaakt en blijft uitmaken. Ik doe er daarom hier het zwijgen toe. Over de financiering van het wetenschappelijk onderwijs en het wetenschappeüjk onderzoek is de laatste maanden veel te doen geweest. De minister heeft in een bijeenkomst met de presidenten-curator en de rectoren te zijnent ruimhartig informatie gegeven over de mogeUjkheden voor 1967. Gezien de toestand van 's lands financiën is het resultaat van de begrotingsbesprekingen binnen het kabinet voor het wetenschappeUjk onderwijs, vrijwel de enige vorm van onderwijs in Nederland, waarvan de financiering niet in de wet vastligt en 31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen