GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 48

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 48

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

vormgeving, waarin Grosheide een bevestiging gaf van zijn visie op het synoptisch vraagstuk. Wanneer men zich afvraagt waarom Grosheide zulke bezwaren had tegen de bronnenhypothese, dan valt allereerst op zijn bezwaar vanuit de traditie-gegevens en hij vond dat ze niet kon dienen ter verklaring van de verschillen. Maar tegelijkertijd zien we, dat Grosheide in dit verband telkens weer spreekt over een bepaalde benadering van de Schrift, die voor zijn besef nauw met die bronnenhypothese verbonden was. Scherp opponeerde hij tegen een te sterke accentuering van de eigen kijk van de evangelisten, hun eigen compositie, gelijk hij in mijn studententijd waarschuwde tegen elk spreken van hun theologie waarin hij niet anders zag dan een te sterk accent op hun subjectiviteit, hun eigen gevarieerde inbreng. Wel heeft hij de inbreng van de verschillende evangelisten nooit ontkend, maar ze was toch meer die van ordening, dan van eigen creatie of compositie. Vele malen bracht Grosheide juist in dit verband de gemeente-theologie ter sprake. Hij zag daarin een opvatting, waarin het eigenlijk niet meer ging om de openbaring aangaande Christus en zijn werk, maar om een latere, menselijke, subjectieve visie, een schepping van de oergemeente, een projectie uit later tijd. Ter typering sprak Grosheide meermalen van de subjectieve theologie. In de gehele discussie, die reeds veel vroeger opkwam, speelden altijd reeds woorden als creatie, projectie of conceptie een grote rol. Reeds in de R.K. afweer tegen het modernisme (in het begin dezer eeuw) zag men in de gemeente-theologie een capitulatie voor de idee van de „pia fraus" (het vroom bedrog) en daarin een prijsgeven van de betrouwbare openbaring omtrent Christus. Het woord „projectie" speelt nog steeds een rol in de theologie van onze tijd b.v. wanneer Kasemann het Johannes-evangelie typeert als „eine Zurück-projektion des Christus praesens in die Vergangenheit". Grosheide heeft in zijn tijd de projectie-gedachte vooral in allerlei vormen van critische theologie gadegeslagen en wilde daartegenover het ontvangende karakter der getuigen accentueren. Hij kwam zelf met het probleem in aanraking, toen hij niet alleen verschil zag in taal en stijl, maar ook in ordening en doelstelling, in een eigen wijze van geschiedschrijving. Zo noemde hij zelf de evangeliën tendens-geschriften, elk met een eigen kijk op het werk en de prediking van de Heer. Het probleem van de participatie der subjectiviteit was daarmee in beginsel gesteld. Deze subjectiviteit heeft in de Gereformeerde traditie meermalen 46

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Jaarboeken | 360 Pagina's

Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 48

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Jaarboeken | 360 Pagina's