Jaarboek 1973-1974 - pagina 32

z.g.n. „numerus fixus"-problematiek. Zoals U weet heeft de minister tijdelijk de bevoegdheid gekregen het aantal toe te laten studenten voor bepaalde studierichtingen aan een maximum te binden. De bestaande machtigingswet is weer met één jaar verlengd, en er is een nieuw wetsontwerp bij de StatenGeneraal ingediend. Wij wachten de beleidsbepaling door regering en parlement met spanning af. Ondertussen is het beleid van de Vrije Universiteit erop gericht het aantal toe te laten studenten zo hoog mogelijk te stellen voor de studierichtingen die volgelopen zijn; in zeer veel gevallen ligt dit aantal hoger dan de aantallen, die volgens een landelijk gehanteerd berekeningssysteem zijn bepaald. Dit beleid brengt met zich mee dat de herverdeling van de beschikbare formatieplaatsen over de studierichtingen - afgestemd op studentenaantallen aan de orde is, met het oog op een zo verantwoord mogelijke verdeling van de schaarste. Zo gaat het leven van deze academie voort. Onze organisatie is niet feilloos, en de mensen zijn het niet, maar we trekken met elkaar op. Wat b.v. nog niet geheel bereikt werd, is brede participatie in het bestuurswerk. Door de vaak ondoelmatig lange discussies dreigt het bestuurswerk bij onze mensen in discrediet te raken. Hopelijk behoort dit verschijnsel, dat een landelijk karakter draagt, tot de kinderziekten van het nog maar kort geleden gestarte democratiseringsproces van de universiteiten. Tenslotte: in het functioneren van de doelstelling van onze universiteit: „al haar arbeid in gehoorzaamheid aan het Evangelie van Jezus Christus te richten op het dienen van God en Zijn wereld", in het functioneren van die doelstelling klopt het hart van onze universiteit. Traditioneel heeft de Vrije Universiteit een beeld; wij hebben er ook een beeld van, en dragen dat naar buiten uit. Een voorstelling, die nimmer helemaal met de werkelijkheid klopt en die in de dynamiek van onze tijd wel eens afwijkt van het traditionele beeld. Het is binnen de Vrije Universiteit traditie geworden bescheiden te zijn over de presentatie van de eigen identiteit naar buiten. Tot onze inventaris behoort echter en zal blijven behoren de discussie over het waarmaken van de doelstelling in ons werk. De bezinning daarover vond in het afgelopen jaar niet alleen voortgang, maar ook op enkele punten concretisering. In dit verband vermeld ik gaarne het zojuist tot stand gekomen centrum voor algemene vorming in de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen. Alle eerste- en tweedejaars studenten uit deze faculteit zullen colleges moeten volgen over de filosofie en de geschiedenis van wetenschap en samenleving. 32

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen