Jaarboek 1973-1974 - pagina 27

van decanen, zij het met enige aarzeling en met omzichtigheid, instemming heeft betuigd met het instellen van een universitaire onderzoek-commissie. Deze commissie zou naar mijn mening een bijdrage kunnen leveren bij het bevorderen en stimuleren van discussies over onderzoekplannen en -resultaten, liefst over de grenzen van de faculteiten heen; de commissie zou verder tot taak kunnen krijgen de aanvragen voor formatie-plaatsen uit de onderzoek-beleidsruimte critisch te selecteren en een voorlopig systeem te ontwerpen voor onderzoek-evaluatie. Beheersproblematiek De opbouw van het beheersapparaat is, gedurende de stormachtige groei van de universiteit, begrijpelijkerwijs achtergebleven; het beheersbeleid kon toen niet anders dan een ad hoc karakter dragen, en dat is nu ten dele nog het geval. Maar met het uitzetten van een beleid op langer zicht voor de personele, de financiële en de ruimtelijke sector is in de afgelopen twee jaar een aanvang gemaakt; in feite gaat het hierbij om drie beleidsaspecten van één totaal beleid, waaraan vorm dient te worden gegeven. Eén onderdeel van het beleid wil ik kort onderstrepen: namelijk het streven naar openheid. Een gedemocratiseerde universiteit kan zonder openheid niet goed functioneren; een verantwoorde informatievoorziening is nodig. Dit lukt alleen als er - zowel binnen de universiteit als erbuiten - goede communicatie bestaat; ik doel op het voorzien in een continue stroom van gegevens en inzichten, langs formele en informele kanalen, zowel van de top naar de basis als van de basis naar de top. In dit verband zij vermeld dat de rol van de universitaire voorlichtingsdienst, waar in de loop van dit jaar de heer Reitsma als chef werd vervangen door de heer Knoop, in betekenis groeit. Het doelmatig verschaffen van informatieve gegevens, goed gebalanceerd en op het juiste tijdstip is mee met het oog op het bevorderen van de interne democratisering, onderdeel van beleid geworden. Dat openheid ons in een kwetsbare positie plaatst was bekend. Immers als er een tegenpartij bestaat, die geen opening van zaken geeft, leidt dat tot afscherming, tot pantsering tegen aanvallen; en dat roept de neiging op om zaken achter te houden, zodat de openheid weer zoek raakt. Openheid functioneert zodoende slechts als er een zekere basis voor wederzijds vertrouwen bestaat. Een nog niet opgeloste beheerskwestie vormt de door de universiteit hoogst 27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen