Jaarboek 1974-1975 - pagina 27

gelaten is een wereldberoemd geheel ontstaan van monumentale allure. Het bestuurlijk vastgelegde patroon heeft niet verstarrend, maar stimulerend gewerkt en daar is iets groots uit voortgekomen. Naar mijn vaste overtuiging zal zoiets ook mogelijk zijn bij het plannen van onderzoek. Er zullen nieuwe vormen moeten groeien, waarbij de zeggenschap van de onderzoeker over zijn onderzoek niet wordt aangetast, maar waarbij hij de grenzen van zijn autonomie erkent en ruimte laat voor structurerende ordening. In dit verband wil ik vermelden dat een uitgebreide projectgroep, waarin deskundigen uit faculteiten en centrale diensten zitting hebben, vanaf het begin van dit jaar bezig is met het zoeken van een nieuwe methode voor het opstellen van faculteitsbegrotingen. De nieuwe methode, die ons voor ogen staat heeft de naam „inhoudelijk begroten" meegekregen. Of de nieuwe methode zal voldoen aan de hier en daar nogal hooggespannen verwachtingen is de vraag. De projectgroep heeft inmiddels een eerste stramien ontworpen, dat door middel van proefbegroten in twee subfaculteiten wordt getoetst. De projectgroep hoopt eind 1975 te kunnen rapporteren. In december 1974 is een vrijwel volledig overzicht gepubliceerd van lopende projecten voor wetenschappelijk onderzoek aan onze universiteit; het is op ruime schaal verspreid, zodat niemand meer zeggen kan: we weten niet wat er aan de VU gebeurt met gelden bestemd voor onderzoek. Enige maanden later is - eveneens afkomstig van ons bureau planning - een rapport verschenen met een critische beschouwing van de gegevens die bij de inventarisatie van de onderzoekprojecten aan de Vrije Universiteit op tafel waren gekomen. Een interessante uitkomst is dat deze gegevens de indruk geven dat er de laatste jaren - in tegenstelling tot de verwachting - niet minder tijd voor onderzoek beschikbaar is gekomen. Deze conclusie kan getrokken worden door vergelijking met gegevens van het centraal bureau voor statistiek uit de jaren 1969/70. Teleurstellend was te moeten constateren dat bij een groot percentage van de projecten geen rapportage in de vorm van publicaties was vermeld. Dit maant tot voorzichtigheid in het trekken van conclusies over kwaliteit en omvang van de lopende onderzoekactiviteiten. Op basis van de nog te verwachten commentaren zal de onderzoeksituatie dit najaar weer aan de orde komen.

25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen