Jaarboek 1980-1981 - pagina 27

den aan de begroting voor andere onderdelen van de overige lasten: onderwijs en onderzoek met inbegrip van vervanging van apparatuur, onderhoud en schoonmaken van gebouwen, algemene diensten, telefoon en porti, kantines en studentenvoorzieningen. Voor die begroting heeft de minister in 1978 (voorlopige) normen gesteld. Vergelijking van de ministeriële toewijzing voor 1981 voor deze posten met het resultaat van een berekening volgens die normen (vgl. Algemeen Financieel Schema 1982-1985, in 1980 door de minister opgesteld) laat een structureel gat zien van ongeveer / 65 miljoen, het derde gat van Pais. Dat is dan zonder prijsstijging in 1981 en compensatie daarvoor. Volgens recente berichten krijgt het w.o. geen prijscompensatie in 1981, maar wordt in 1982 vanwege prijsstijging in 1981 / 5.1 miljoen toegevoegd. Naar schatting had die compensatie in 1981, tevens als nadere basis voor 1982, / 20 miljoen moeten zijn. Aldus het vierde gat van Pais. Het totaal aan gaten op het overige lastenslagveld is dan ƒ 113 miljoen ten op zichte van de ministeriële normen van 1978. Hoe zijn deze gaten ontstaan? Nauwkeurige opheldering daarover is moeilijk te geven, omdat het financieel bestuur van minister Pais weinig openbaar is. In 1978 kende hij een gedeeltelijke prijscompensatie toe, in 1979 en 1980 in het geheel geen, en in 1981 weer een zeer gedeeltelijke. De Minister van Financiën verleende echter wel elk van die jaren een prijscompensatie aan O&W, die dus wat het w.o. betreft werd gebruikt voor andere doelen. Bovendien leverde minister Pais in 1979 op de valreep van het opstellen van de rijksbegroting 1980 een groot bedrag uit de overige lasten voor het w.o. in om overeenstemming met Financiën te krijgen. Dat was het begin van het derde gat. De minister heeft dus het ene gat met het andere gestopt, en uiteindelijk de problemen op de instellingen afgewenteld. Konden die problemen worden opgevangen? In de eerste plaats is gebruik gemaakt van liquiditeitsruimte (besteUing in het budgetjaar gedaan, maar rekening nog niet ontvangen); dat is uitstel van executie. In de tweede plaats zijn drastische bezuinigingen op allerlei budgetten toegepast. Volgens het begrotingsmodel 1982 voor de VU verwachten we dat in 1982 de faculteitsbudgetten 26% lager zullen zijn dan in 1979. Het is niet aannemelijk dat het niveau verbonden met de eerder genoemde ministeriële normen van 1978 ooit weer bereikt zal worden. In de derde plaats moet geconcludeerd worden tot uitstel in vervanging van apparatuur (hoewel o.a. de Raad van Advies voor het Wetenschapsbeleid zich bezorgd heeft getoond over de al bestaande achterstand terzake) en tot uitstel in onderhoud van gebouwen. Dat is slecht beleid, want uit25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen