Jaarboek 1981-1982 - pagina 19

traditionele aansluiting op de arbeidsmarkt zullen krijgen: het aanbod van afgestudeerden is groot dankzij het geboortecijfer en het succes van het onderwijssysteem; de behoefte aan academici lijkt in de meeste sectoren verzadigd te zijn; de effecten van economische crisis en gebrek aan werkgelegenheid doen zich ook voor academici voor. De geforceerde, door de wetgever opgelegde invoering van de twee-fasenstructuur, gecombineerd met bezuinigingen, zal niet direct tot grootscheepse hervormingen in het onderwijs leiden. Er zijn en worden nieuwe curricula gemaakt, maar onder grote druk. Verdere innovatie, voorzover toegelaten door de bezuiniging, zal geleidelijk moeten geschieden. Voorlopig hebben veel faculteiten daarbij ook de handicap van de onduideUjkheid met betrekking tot de opleidingen in de tweede fase. Voor de artsenopleidingen veranderde de wet niets. Voor de onderzoekersopleidingen is in het ontwikkelingsplan, het grote bestuurlijke werkstuk in het afgelopen jaar, een duidelijke hjn uitgezet, die de minister zonder problemen moet kunnen accepteren. Voor de overige tweede-faseberoepsopleidingen (met inbegrip van de lerarenopleiding) zijn in het ontwikkelingsplan initiële voorstellen gedaan waarop de minister nu moet reageren voor de volgende ronde ontwikkeUngsplan- in november a.s.? - begint. In dat plan zullen nadere keuzen en uitwerkingen ook in verband met de kostenstructuur gegeven moeten worden. Ik vestig er overigens de aandacht op dat de Vrije Universiteit in haar ontwikkelingsplan slechts voorstellen voor studierichtingen en opleidingen heeft gedaan die in principe door haar huidige staf verzorgd kunnen worden. Innovatie door groei werd niet beoogd; dat mechanisme is uit de tijd geraakt. Voor een goede voortgang van het proces zijn nu nieuwe beleidsuitspraken van de minister nodig, de derde minister in een jaar tijd, de tweede na de betrokken wetgeving, en al weer demissionair als hij de noodzakelijke uitspraken moet doen. Die uitspraken hebben in hoge mate een politiek karakter gezien de vraagstukken waarom het gaat (ik verwijs daarvoor naar de analyse in het VU-bestuursverslag over 1980-1981). De minister zal goed gemotiveerd de grondslagen moeten formuleren voor het voorgenomen overheidsbeleid bij het aanvaarden en bekostigen van tweede-faseopleidingen. Een eenvoudige opgave is dat niet, maar de wijze waarop de twee-fasenwet door de wetgever tot stand is gebracht en ingericht, met inbegrip van de gestelde invoeringstermijn, stelt de minister onvermijdehjk voor deze opgave. Slaagt hij daar niet in, dan levert de volgende ronde ontwikkelingsplan een verbeterde, aangevulde editie van het huidige plan op, en - erger - wordt het uiterst dubieus of in 1986 in aansluiting op de nieuwe doctoraal-programma's de tweede-faseopleidingen van start kunnen gaan. Bij de ontwikkeling en invoering van de twee-fasenstructuur zal met de realiteit van de bezuinigingen rekening gehouden moeten worden, maar de budgettaire crisis zal niet bijziend of kortzichtig moeten maken. Het gaat om de opleidingen voor hoog gekwalificeerde functies. Hoger onderwijs is een investering in de toekomst van de Nederlandse 17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen