Jaarboek 1983-1984 - pagina 40

Tabel 3 Slaagpercentages: vergelijking tussen instellingen voor W.O.

Slaagperc. cohort '70 na 10 j aar

Gemiddeld afgestudeerd na mediane studieduur in: 78-80 79-81 80-82

R.U. Leiden R.U. Utrecht R.U. Groningen E.U. Rotterdam R.U. Limburg U. V. Amsterdam

49 43 48 45 35

49 52 49 48 39

51 52 52 66 43

53 56 54 53 49

Vrije Universiteit

48

50

53

58

K.U. K.H. T.H. T.H. T.H. L.H.

48 42 45 57 40 59

45 38 52 42 54 54

49 46 55 44 53 51

51 51 57 47 55 52

46

46

50

54

Nijmegen Tilburg Delft Eindhoven Twente Wageningen

Totaal:

Niettemin, de cijfers die gemiddelde studieduur in Nederland aangeven zijn, in absolute zin genomen, maar zeker ook in verhouding tot die in andere vergelijkbare landen, verontrustend hoog en de zorg van de Minister lijkt dan ook alleszins gerechtvaardigd. Uiteraard zal door de invoering van de studietijdbeperking in de Tweefasenstructuur dit beeld drastisch gunstiger worden, maar of dat niet tevens zal gaan ten koste van de slaagpercentages uit tabel 2 valt te betwijfelen. Zeker geldt dit laatste als de wijziging niet gepaard gaat met grondige veranderingen in onderwijsinhoud, -opzet en policy. Op dit moment wil ik graag enige terminologische klaarheid aanbrengen. Onder rendement wordt algemeen verstaan de verhouding tussen kosten en baten. Overtreffen de kosten de baten, dan spreekt men van een niet renderend, in het omgekeerde geval van een wel renderend systeem. Het is niet duidelijk waarom men bij beschouwingen over het rendement van onderwijs of cursussen dit ratio-model zou dienen te verlaten (zie ook Van Schravendijk, 1983)°. 38

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen