Jaarboek 1985-1986 - pagina 61

gelijkwaardig. Het beginsel van de gelijkwaardigheid gaat er dan vanuit, dat ieder mens een gelijke waarde heeft en dat onderscheidingen tussen mensen die hiermee in strijd zijn, niet zijn toegestaan. Gelijkwaardigheid doelt op de intrinsieke waarde van ieder individu los van allerlei feitelijke verschillen die tussen hen kunnen bestaan en ook los van de verschillende functionele betekenissen die individuen voor hun omgeving hebben. Ook hierover wordt niet altijd gelijk gedacht. De traditionele visie binnen onze kring houdt in dat de schepping van de mens naar het beeld van God aan ieder mens een gelijke unieke waarde geeft. Ongeacht wat hem of haar aangedaan wordt, niemand kan hem of haar deze kwaliteit van beelddrager Gods afnemen, maar ook aan de andere kant zal de diepst gevallen mens toch altijd beelddrager Gods blijven. Daarnaast wordt ook de stelling verdedigd dat ondanks het feit dat ieder mens schepsel Gods is en Zijn beeld draagt, de Bijbel doorlopend spreekt van de tegenstelling tussen tarwe en onkruid, schapen en bokken, wijze en dwaze maagden. Wie zou durven beweren, zo hoort men dan, dat Adolf Hitler en Albert Schweitzer toch gelijkwaardig waren. Ik meen mij hier te moeten aansluiten bij de traditionele visie. Hitler en Schweitzer zijn wèl gelijkwaardig omdat zij beiden beelddrager Gods waren; ongeacht of de één deze eigenschap op de meest verschrikkelijke wijze heeft geloochend en de ander het beelddragerschap als een lichtend voorbeeld heeft uitgedragen. Wij komen dan tot de conclusie dat iedere benadering die geen recht doet aan deze fundamentele gelijkheid als zodanig een aantasting is van het beeld van God en daardoor in wezen godslasterlijk. II De hier te lande geldende regelen op het gebied van discriminatieverboden zijn aan de ene kant afkomstig van door ons land mede-ondertekende internationale verdragen, anderzijds van hier te lande zelf ontwikkelde wetten. Wat dit laatste betreft mag bijv. gewezen worden op het Wetboek van Strafrecht, hetwelk een aantal voorschriften geeft, terwijl naar het u zonder twijfel bekend zal zijn, het plan bestaat deze strafrechtelijke voorschriften nog te gaan uitbreiden. De belangrijkste regel op het gebied van ons eigen recht vinden we evenwel in artikel 1 van de Grondwet, luidende: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. Er wordt nog wel eens wat gemakkelijk vergeten dat dit Grondwetsartikel in wezen de verhouding tussen de overheid en de onderdaan regelt en dat het hier dus als uitgangspunt gaat over de zogenaamde vertikale werking van dit artikel. Over de horizontale werking van onze grondrechten heeft de regering zich bij de 59

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen