GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1986-1987 - pagina 27

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1986-1987 - pagina 27

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

van het beroepenveld bij de besluitvorming aangaande de curricula van tenminste die studierichtingen die een bepaald civiel effect beogen. Ook moet er een kaderwetgeving komen van de zijde van de rijksoverheid ter zake van de financiering, de onderwijskwaliteitscontrole, de medezeggenschapsverhoudingen en de rechtspositie van het personeel. Ik spreek hier van een constituerende kaderwetgeving om kaders te scheppen, niet van de gebruikelijke millimeter-wetgeving. Tenslotte nog een opmerking over het zogenaamde 'recht op hoger onderwijs'.") Ik heb hier ernstige twijfels over. Het behalen van een diploma v.o. is hoogstens een kwalificatie voor h.o. in het algemeen, niet op voorhand voor elke specifieke h.o.-opleiding. Men kan aanvullende eisen daartoe stellen; bovendien dienen bepaalde pUchten te worden aanvaard. Beleidsaanbevelingen In het nu volgende derde paneel van mijn drieluik wil ik het vorgaande concretiseren in een aantal aanbevehngen voor een onderwijsbeleid, dat ernst maakt met de essenties van de HOAK-filosofie. Wat ik in het onderstaande doe, is de Deetmandoctrine voor het hoger onderwijs vertalen in concrete beleidsmaatregelen uitgaande van de eerder geschetste tendensen en perspectieven. Enige groepering hierbij is handzaam. 1) In de eerste plaats een aanbeveling naar de pohtiek toe. Men dient in de politiek ernst maken met een grotere autonomie van de instellingen van hoger onderwijs. Niet alleen in formeel opzicht (dat is veelal het gemakkelijkst voor de politiek), maar vooral materieel gezien. Bovendien dient men dit niet op enkele onderdelen ( = partieel) in te voeren, doch integraal. Op deze wijze kan de bestuursverantwoordelijke een zo optimaal mogelijke invulling geven. Het gaat mij hier echter om een relatieve autonomie, d.w.z. een beleidsvrijheid die omgeven wordt door tamelijk globale (generieke) randvoorwaarden annex indirecte controlesystemen. 2) In de tweede plaats voeg ik de opmerking toe, dat het in het belang van een maatschappelijk goed functionerend hoger onderwijs van belang is de 'eigenstandigheid' ervan te erkennen in rechtspositionele zin. Ik kom hierop later terug in het kader van financiering en arbeidsvoorwaarden. Nu volsta ik met een meer algemene uitspraak, namelijk dat het verschijnsel van /•//^^instellingen van h.o. slecht pasten in de HOAK-filosofie. Mijn kritiek hierbij is tweeërlei. Allereerst kan een minister van Onderwijs en Wetenschappen niet functioneren als het bevoegd gezag van zo'n instelling. Evenmin is een duidelijke invulling van de maatschappelijke identiteit van zo'n instelling te maken. Wat moet men zich trouwens voorstellen bij een 'algemene' instelling? Is dit een principieel 'lege doos', 'tutti frutti', een 'humanistische' filosofie, een toverbal of een onvoorspelbaar toeval? 25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

Jaarboeken | 174 Pagina's

Jaarboek 1986-1987 - pagina 27

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

Jaarboeken | 174 Pagina's