GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1901-1902 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 19

Bekijk het origineel

1901-1902 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 19

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

15

i

pubhceerd. Een nieuw gevonden feit wordt gewoonlijk met meerder' of minder wantrouwen aangezien, geldt in ieder geval niet zoo voetstoots als echte munt. Dat wetenschappelijke mannen zich vergissen kunnen, leert de geschiedenis der wetenschap overvloedig. De tijdschriften zijn van „voorloopige mededeelingen" vol, zonder dat ooit definitieve constateering volgt. Gij ziet dus M. H.! dat wij bij de beoefening der wetenschap heel wat geloof behoeven. Het geloof blijkt een onmisbare vereischte voor, ja een onmisbare grondslag te zijn ook van de natuurkundige wetenschap: geloof aan de deugdelijkheid van onze zintuigen, van ons waarnemingsvermogen, van de verbinding tusschen dezen, van onze associatie, van ons logisch in- en deduceeren, van de juistheid der gebruikelijke methoden, geloof aan ons eigen ik, aan ons geheugen, aan ons voorgeslacht, aan onze tijdgenooten. Aan ahe beoefening der wetenschap moet geloof voorafgaan. De bewering van mijn wetenschappelijken vriend, dat het geloof den mensch onwaardig is, is derhalve eene zeer oppervlakkige, door de wetenschap zelve veroordeelde stelling. Het geloof is voor onzen geest eene onmisbare actie om tot weten te komen, om de wetenschap te beoefenen. Beide, geloof en weten, geven zekerheid, en daar er geen graden van zekerheid bestaan, even groote zekerheid. Ik geloof, zegt Houtteville (La rehgion chrétienne prouvée par les faits. Paris 1722 ch. s.), dat het gemakkelijker is iemand te doen twijfelen aan de juistheid van een mathematisch probleem, dan aan die van een historisch feit. Leidt ons weten tot zekerheid door eigen aanschouwen en ons geloof door getuigenis van anderen, eigen aanschouwen berust ten slotte weer op getuigenis van, op het goed vertrouwen op onze zintuigen en op ons waarnemingsvermogen en al wat daaraan annex is, terwijl het geloof berust op dezelfde eigenschappen van anderen, die ons vertrouwen waardig zijn. Op geloofwaardige getuigenis berust in laatste instantie al onze kennis. Ons geloof en ons weten spelen in ons maatschappelijk en wetenschappelijk leven door elkander. Wat wij meenen te weten is vaak geloof. Toen ik 16 jaren geleden op eene algemeene Vergadering van de Christelijke Vereeniging tot verzorging van Krankzinnigen te Utrecht deze gedachte voor het eerst uitsprak, verkeerde ik in de meening dat zij nog nooit verkondigd was geworden. Het is mij echter gebleken dat ik mij hierin vergist heb. Seneca heeft reeds gezegd dat het meeste waarvan de mensch zeker is hij kent door het geloof.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's

1901-1902 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's