GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1903 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 9

Bekijk het origineel

1903 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 9

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

5 4». Het ontstaan der soorten op deze wijze eenigermate verklaard zijnde kan men het overbrengen op het ontstaan der grootere groepen en zoo zelfs tot het geheele planten- en dierenrijk uit eenige oorspronkelijke vormen. Met 2 en 4 heeft de theorie van De Vries niets te maken. Bijna uitsluitend heeft zij te doen met 1: het voorkomen van erfelijke afwijkingen, en daardoor verklaring van het ontstaan van nieuwe vormen in den zin van 3. Darwin heeft twee principes over het ontstaan der soorten in zijne selectietheorie verbonden. Het eene was het principe, waarom zich voor hem de strijd over het ontstaan der soorten bewoog, n. 1. het aannemen van een trapsgewijs voortgaan in de natuur, waarbij de nieuwe soort plotseling uit een vroegere zou ontstaan. Zulk een proces werd mutatie genoemd. Het tweede principe was, dat door aanhoudend uitzoeken de zuivere individueele variatie tot het ontstaan van nieuwe soorten zou kunnen leiden. Experimenteele onderzoekingen over variabiliteit en mutabiliteit waren toen zeer onvoldoende. Alleen de ervai-ing der kweekers en algemeene biologische beschouwingen konden gelden, waarvan de laatste wel uitnemende argumenten voor de descendentieleer zijn, maar slechts zelden beslissen over de wijze van ontstaan der soorten. De ervaringen der kweekers moeten nauwkeurig nagegaan worden en, wil men ze voor oplossing van wetenschappelijke problemen gebruiken, aan critiek onderworpen worden. De conclusie luidt: Het ontstaan van nieuwe vormen in de cultuur, die gelijkwaardig zijn aan de wilde soorten, is een van de voornaamste steunpunten voor de descendentieleer. Tusschen selectietheorie en mutatietheorie beslist echter niet het feit van hun ontstaan, maar alleen de manier, waarop ze ontstaan zijn, zou kunnen beslissen. Daarover leeren ons de ervaringen der kweekers slechts zeer weinig. Darwin heeft steeds „individual differences" en „single variations" onderscheiden en schreef aan de laatste een groote rol toe bij 't ontstaan der soorten. Alleen onder den invloed van de critieken op zijne denkbeelden heeft hij deze meening nu en dan opgegeven en de overal voorhanden individueele variaties de voornaamste plaats gegeven. Wallace gaat in zijne selectietheorie alleen uit van de individueele of gewone variabiliteit en verwerpt het aandeel der „single variations". Hij toont aan dat deze hypothese voortreffelijk rekening houdt met de systematische en biologische feiten, maar blijft het bewijs schuldig, dat werkelijk uit individueele verschillen door selectie soortkenmerken zouden kunnen ontstaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 166 Pagina's

1903 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 9

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 166 Pagina's