GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 19

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

5 houdt met

de leer van Christus, in Wien alle schatten der wijs-

heid verborgen

zijn.

,De

vreeze des Heeren is het beginsel der

wetenschap". Wij noemen haar ,geloovige wetenschap", omdat wij onze wetenschap op het geloof baseeren. i) In

het kort

God heeft

komt

ons wetenschappelijk

den mensch

geschapen

naar

beginsel hierop

zijn beeld

neer:

en gelijkenis,

d. i.: onder andere Goddelijke eigenschappen heeft Hij den mensch de zucht naar wetenschap en het vermogen om deze op te bouwen, ingeschapen. , W e t e n " — met deze woorden opent Aristoteles zijn eerste boek over metaphysica

„weten is de natuurlijke neiging van alle

menschen". De mensch wil weten, hij wil doordringen in het wezen van al wat betrekkingen vorscht

het

hem

omgeeft;

hij

kennen, waarin

heeft

geen

de dingen

tot

rust

of hij moet de

elkander

staan,

hij

, h o e " en het „waarom" uit. De mensch wil zich zelf

kennen in zijn physisch en psychisch bestaan. De mensch dorst naar kennis. Zoo heeft God hem gemaakt. E n om aan die begeerte te kunnen voldoen, heeft God den mensch het vermogen, de bekwaamheid gegeven om te kunnen kennen, om de wetenschap te kunnen beoefenen. De mensch

heeft

een waarnemiugsorgaan ontvangen, waarmede

hij de dingen en gebeurtenissen binnen in hem en buiten om hem kan kennen, kennen zooals deze zijn. Wij gelooven dat God den mensch niet bedrogen heeft — toen Hij hem schiep naar Zijn beeld en gelijkenis . . . . maar hem een waarnemingsvermogen geschonken heeft,

waarmede

hij de dingen

kan

kennen, zooals God ze kent

d. i. zooals zij wezenlijk zijn. Wij meenen, dat Kant in het uitdenken van ,das Ding an sich" getoond heeft geniaal te kunnen dwalen 2). 1) Er bestaan drieërlei meeningen omtrent de verhouding tussclieu wetenschap en geloof: 1. geloof en wetenschap gaan onafhankelijk van elkander hun weg; 3. het geloof rust op de wetenschap; 3. de wetenschap rust op het geloof. 2) Wij ontkennen natuurlijk niet dat — waar wij „das Ding an sich" van Kant een onding, d. i. als niet bestaande en Kant's transcendentalisme

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's