GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1950 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 208

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

180 6.

J. LEVER De les van Lysenko.

De Lysenko-kwestie houdt voor ons een les in. Moeten ook wij vanuit onze vooronderstellingen, gewapend met de letter van Bijbelteksten, blind voor alle feiten die onze theorieën eventueel tegen zich zouden vinden, een heilige oorlog tegen de neutraliteit beginnen? Of moeten wij ,,gewoon" meedoen met het onderzoek, in het vertrouwen, dat de waarheid toch uiteindelijk wint? Om op deze vragen een, bescheiden, antwoord te kunnen geven, moeten wij hen iets concreter trachten te benaderen. De biologie wil inzicht verkrijgen in de structuur van de biotische werkelijkheid. Zij wil weten welke organismen voorkomen, hoe zij gegroepeerd kunnen worden, hoe zij gebouwd zijn, hoe zij zich gedragen onder allerlei omstandigheden, enz. Op al deze en dergelijke facetten van de biologie kunnen allen, die eerbied hebben voor het aangetoonde feit, samenwerken. Men zou dit feiten-verzamelingsgebied eventueel de ,,neutrale" zone kunnen noemen. Zodra men echter boven de feiten uitstijgt en vragen gaat beantwoorden als welke essentieel verschillende aspecten aan een plant of dier te onderscheiden zijn, beginnen er al moeilijkheden te komen. De één zal al het physisch-chemische, biotische en psychische aan een dier tot het physisch-chemische willen herleiden (mechanisme), de ander meent dat juist het biotische aspect het essentiële is (vitalisme), weer anderen denken holistisch of willen hen zien als totaal-structuren. Wanneer men de bron van deze verschillende opvattingen tracht op te sporen, blijkt deze veelal een religieuze te zijn. Nog sterker is dit het geval wanneer de wetenschap gaat vragen wanneer en hoe de verschillende structuren in de werkelijkheid zijn ontstaan. Men stelt dan de typisch-reiigieuze oorsprongsvraag. Deze typisch-reiigieuze oorsprongsvraag nu heeft de gehele biologie hoe langer hoe meer doordrongen. Zo zelfs, dat de biologie weer de wetenschap is geworden die, in plaats van de theologie, de autoriteit is geworden waarvan de mensheid een antwoord op deze vraag verwacht. En nu hangt het er maar van af of de individuele onderzoeker tevreden is met het antwoord, dat de biologie heeft gegeven. Dit bepaalt zijn verder werk, ook binnen in de biologie in de subwetenschappen als systematietk, oecologie, genetica, enz. De meeste onderzoekers (b.v. Huxley, Böker, Schindewolf) menen, dat de biologie hun religieuze vraag in zoverre voldoende

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 228 Pagina's

1950 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 208

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 228 Pagina's