GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 139

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN K W A R T E E U W

COSMOLOGIE

123

of dit veel of weinig is, kan men moeilijk beantwoorden. Misschien is iemand geneigd „één atoom per jaar in een grote kathedraal" weinig te vinden, maar als hij dan even gaat cijferen, vindt hij, dat deze hoeveelheid voor het waarneembare heelal overeenkomt met de schepping van een massa van 1032 ton per seconde. Deze theorie van een creatio continua voert ook tot een nieuwe visie op de toekomst van het heelal. Als een van de andere theorieën over het uitdijend heelal juist zou zijn, zouden op den duur alle sterrenstelsels aan de grens van het waarneembare heelal komen en dan onzichtbaar worden. Na een bepaalde tijd zouden alle 100 millioen stelsels die wij nu zien, verdwenen zijn. Het heelal zou dan leeg zijn. Het zou ook niet zo heel lang duren voordat deze situatie ontstaat: 10 milliard jaar, dat is een vijfde deel van de theoretische levensduur van de zon. Hoyle meent ook, dat over 10 milliard jaar alle thans zichtbare sterrenstelsels uit onze gezichtskring verdwenen zijn, maar hij is overtuigd, dat er dan evenveel nieuwe sterrenstelsels uit de intergalactische materie zijn gecondenseerd en dat dit mogelijk is, doordat er voortdurend nieuwe materie wordt geschapen. De vraagstukken die betrekking hebben op de schepping van de wereld, houden nauw verband met onze levens- en wereldbeschouwing. De bestudering van deze problemen is niet in de eerste plaats de taak van de natuurwetenschap ; maar het blijkt thans, dat zij er toch wel mee te maken kan krijgen. In de loop van de vorige en in het begin van deze eeuw werd de schepping in natuurwetenschappelijke kringen steeds meer geloochend of verzwegen. Men wilde er geen rekening mee houden. Men sprak veelal van een oneindige ruimte en het bestaan van de wereld gedurende een oneindige tijd. Onder de vigueur van de derde cosmologie is dit veranderd. Niet alleen in de theorie van Hoyle, maar ook in verschillende andere cosmogenetische theorieën spreekt men thans weer over de schepping en geeft men zich moeite om het tijdstip te benaderen. Deze ommekeer moet ons als Christelijke beoefenaars van de wetenschap, naar het mij voorkomt, echter niet verleiden tot een apologetiek, zoals men die vroeger wel tegenkwam, waarin, op grond van de resultaten der natuurwetenschap, wordt verklaard, dat de Bijbel het toch maar weer bij het rechte eind heeft gehad. Het dogma van de schepping van deze wereld door een almachtig God berust op Zijn Openbaring en heeft daarin een degelijker fun-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 139

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's