GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 19

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

GESCHIEDENIS DER GEOLOGISCHE WETENSCHAPPEN

11

Van Ca^astrophenleer tot uniformitarianisme in de tektoniek. Hooke ging dus uit van het standpunt, dat alle gelaagde, mariene fossielen bevattende, gesteenten in zee waren afgezet, en wel, evenals vandaag, in horizontaal gelaagde afzettingen. Om te verklaren dat deze oorspronkelijk mariene afzettingen momenteel op het land voorkomen en bovendien niet meer horizontaal maar scheef en gebroken liggen, nam hij catastrophale aardbevingen aan, die de zondvloed zouden begeleid hebben. Langzaam maar zeker wordt de positie, die de zondvloed in de concepties omtrent de geschiedenis van onze aardkorst inneemt, na Hooke ondermijnd, doordat nieuwe feiten niet met deze werkhypothese in overeenstemming gebracht konden worden. Deze feiten kwamen uit voortgezet geologisch onderzoek en uit de mijnbouw. Giovanni Arduino (1714—1795) verdeelt b.v. de gesteenten als volgt: 1. De primaire gebergten, veelal metaalertsen bevattend. 2. De secundaire gebergten, opgebouwd uit marmer en gelaagde kalken. 3. Zekere lage bergen en heuvels, samengesteld uit grind, zand, klei, mergel enz., vaak met veel marien puin. 4. Aarde en steenachtig materiaal, dat op de andere rust: alluviaal materiaal, dat door de rivieren werd aangebracht. Arduino zegt nu, dat de aarde, zoals we die nu zien, niet in een primitief stadium verkeert. Zij heeft al verschillende rijzingen en dalingen meegemaakt, revoluties en metamorphosen. De laatsten wel door indringen in de korst van vulkanische gesteenten; dat is nu de oorzaak, dat in bergstreken de lagen zo geplooid en verbroken zijn. In een dergelijke opvatting is de zondvloed mogelijk nog slechts één van vele revoluties. Johann Gottlob Lehmann, een Duits mijningenieur uit de achttiende eeuw, onderscheidde drie klassen van gebergten ; 1. De primitieve gebergten, die de oudste zijn en gevormd werden tijdens de schepping van de wereld. Zij vormen het grondgebergte, bestaande uit minder goed gebankte gesteenten van vrij homogene mineralogische samenstelling. 2. De secundaire gebergten, het „Flözgebirge", dat bestaat uit fossielhoudende goed gelaagde gesteenten, die volgens hem door de zondvloed zijn afgezet. De lagen zijn in verschillende phascn na elkaar afgezet. 3. Gebergten van minder belang dan de vorige, welke op de secundaire zijn afgezet. Hoewel Lehmann dus nog aan de zondvloed vasthoudt, neemt hij, met Arduino, reeds meer revoluties aan, zij het dat de andere niet van zo generale betekenis waren. Anderzijds bleken echter ook zijn stratigraphische resultaten, de grote geordende differentiatie in het secundaire, fossielhoudende Flözgebirge, die later door Füchsel wer-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's