GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 109

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

NOTULEN

97

dat het met phylogenie iets te maken heeft, maar een beschrijvend begrip. Dr Knoppers Vraag I Bedoelt spreker met onherleidbaarheid der typen een wetenschappelijke constatering, waardoor wij onze onbekendheid met de opvolging moeten uitdrukken '' Is het dan met gewenst, dit nader te formuleren b v ,,het volgens de huidige wetenschappelijke gegevens met herleidbaar zijn"' Antwoord I Men zou het inderdaad voorzichtigheidshalve zo kunnen foi'muleren De verschillende hoofdtypen als moUusca, chordata e d zijn echter zo principieel verschillend in zuiver morphologisch opzicht maar ook m palaeontologisch-phylogenetisch opzicht dat ik mij m alle bescheidenheid geen reeele herleidbaarheid voor kan stellen Vraag II Beschouwt referent de „typologie" als geschikte wetenschappelijke samenvatting van het feitenmateriaal of kent hij hieraan een andere betekenis toe ' Antwoord II De typologie, zoals hier voorgedragen, beschrijft de feiten met volkomen daar het historisch element, b v m de vorm van afstammmgsreeksen binnen de lagere eenheden, hierin niet voorkomt Beide wetenschappen typologie en phylogenie vullen elkander, zoals Naef (1919) dit heeft uiteengezet, aan Dr W. J. A Schouten Vraag I Willen we met theologen praten over geschilpunten, dan dienen we het onderling eens te zijn Spreker heeft de indruk, dat er een groot verschil bestaat tussen Lever's opvatting en wat wij op de conferentie te Birkhoven hebben gehoord Welke waarden hecht de heer Lever aan de resultaten van de palaeontologie "^ Antwoord I Aan de resultaten der palaeontologie m de vorm van feiten, hecht ik de grootste waarde De grote hoeveelheid speculaties m monistische zm zijn voor ons echter, daar wij van een geheel andere wereldbeschouwing uitgaan, onaanvaardbaar Vraag II Referent heeft gezegd, dat Genesis I ons leert, dat de Schepping intermitterend heeft plaats gehad en dat dit overeenstemt met de vondsten der palaeontologie Wil hij de dagen dan als tijdperken o p v a t t e n ' Sommige afstammmgslijnen kan men in de palaeontologie vervolgen tot in betrekkelijk jonge, andere tot m oude aardlagen Welke betekenis hecht referent aan het ophouden dezer l i j n e n ' Zijn de desbetreffende typen toen geschapen "> Antwoord II De kwestie van tijdpekren e d zijn m i op de huidige stand van de wetenschap nog niet generaliserend aan te vatten Ik heb slechts zeer voorzichtig erop willen wijzen dat er een sterke toenadering van de biologie tot de grote lijnen van Genesis I plaats heeft gehad sinds het consequente geleidelijkheids-evolutionisme van de vorige eeuw Het IS best mogelijk dat aan het begin van de lijnen een schepping heeft plaats gehad Of dit zo is en hoe dit is gegaan zullen we hielmisschien nooit met zekerheid kunnen zeggen Vraag III Spreker acht het gevaarlijk met ophef te verklaren, dat de resultaten van het wetschappelijk onderzoek m overeenstemming zijn met Genesis I, als met vaststaat, dat we met onomstotelijke uitkomsten te doen hebben. Antwoord III Met zekerheid kunnen we de p e r i f e r e (perifeer niet m de zin van onbelangrijk, maar m de zm van betrekking hebbend op b V het scheppen resp ontstaan, der eerste individuele vormen van de groepen) vragen wellicht nooit oplossen Ik heb hier vooral aan het éinde van mijn lezing met nadruk op gewezen Drs Fokkens Welke plaats neemt de generatie spontanea, waarmee Pasteur grondig afrekende en die spreker telkens noemde, m de theoretische biologie i n ' Antw De gedachte van de generatie spontanea is van even groot belang m de theoretische biologie als die van de typenafleidbaarheid. De laatste heeft betrekking op het voortbestaan, de eerste op het ontstaan der

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 109

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's