GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1958 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 29

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE CHRISTEN-ARTS AAN HET STERFBED

17

hebben om zijn „zaken te regelen", waarbij bepaaldelijk gedacht werd aan geestelijke zaken; en voorts, dat verzwijgen van de feiten noodzakelijk zou leiden tot een raadselachtig maken van de verhouding door uitgesproken leugens en misleidende handelingen, terwijl een Christen-arts verondersteld wordt gedrongen te worden door de liefde van Christus tot een relatie, die gekenmerkt wordt door vertrouwen, ernst en oprechtheid. Een en ander wordt dan geadstrueerd met een beroep op Ezechiël 33 : 8, waar God tot de profeet zegt: „Als Ik tot de goddeloze zeg: goddeloze, gij zult zeker sterven, maar gij spreekt niet om de goddeloze te waarschuwen voor zijn weg, dan zal de goddeloze in zijn ongerechtigheid sterven, maar van zijn bloed zal ik U rekenschap vragen". Met het antwoord als zodanig kan ik volledig instemmen. Het is ook mijn overtuiging dat de arts aan een patiënt, voor wie er menselijkerwijs geen hoop op herstel meer is, zijn naderend einde dient kenbaar te maken. Sterven is een zo ingrijpend gebeuren, en de mens, die het ondergaat, is er zo met heel zijn wezen bij betrokken, dat het al eis van natuurlijke menslievendheid kan worden genoemd dat men, wetend dat iemand er aan toe is, hem gelegenheid geeft om zich er op in te stellen en voor te bereiden. Hoeveel te meer zal hiertoe zich verplicht gevoelen de Christenarts, in wiens ogen sterven nog zoveel meer is dan het definitieve afscheid van alles wat men in deze wereld heeft liefgehad, die het bovenal ziet als de weg naar de meest reële en persoonlijke ontmoeting met God. Wanneer men vervolgens de motivering zo mag verstaan, dat aan de patiënt gelegenheid moet worden gegeven om zélf zijn „geestelijke zaken" te regelen, kan ik ook haar wel onderschrijven. Ik meen echter in het verslag een enigszins opdringerige tendens op te merken, die de indruk maakt alsof ook de arts „regelend" zou moeten optreden. Anders echter staat het met de adstructie onder beroep op Ezechiël 33:8. Ik geloof, dat dit woord hier verkeerd wordt toegepast en dus ten onrechte aangehaald. Uit het verband, waarin het voorkomt, blijkt dat het een opdracht bevat aan Ezechiël. Met betrekking tot de goddeloze, ja! Maar dan niet de goddeloze op zijn sterfbed, maar in zijn sterfelijk bestaan. God zegt tot iedere mens, ook tot de goddeloze — al was het alleen maar door de harde feiten, die hij om zich heen waarneemt —: „Gij zult sterven". En nu ontvangt Ezechiël de taak om in verkondiging de god-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1958

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 340 Pagina's

1958 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 29

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1958

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 340 Pagina's