1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 75

KUNSTMATIGE RADIOACTIEVE STOFFEN IN DE BIOSFEER

55

van de soort problematiek, waarmee men bij de studie van verspreiding van radioactieve stoffen in de biosfeer te maken heeft. 89Sr desintegreert onder uitzending van bètastraling met een maximale energie van 1,46 MeV tot het stabiele nuclide 89Y. De halveringstijd bedraagt 51 dagen. 9 "Sr zendt bètastraling uit met een maximale energie van 0,54 MeV, waarbij het overgaat in ^oy, dat eveneens radioactief is en onder uitzending van 2,26 MeV bètastraling overgaat in s^Zr. De halveringstijd van 90Sr is 28 jaar, die van 90Y is 64 uur, zodat zich tussen beide in enkele weken een radioactief evenwicht instelt. De splijtingsopbrengst van 89Sr en 9 o Sr is vrij hoog. Bij de splijting van uranium of plutonium ontstaat bij 3 a 5 % van de splijtingsprocessen een atoom Q^Sr, afhankelijk van de energie der neutronen, die de splijting veroorzaken. Hetzelfde geldt voor 89Sr. Strontium is een aardalkalimetaal en dus chemisch verwant aan calcium. Bij opname door zoogdieren komt het dan ook terecht in het skelet, waar het calcium opgehoopt wordt. Bij desintegratie wordt de vrijkomende energie, de kinetische energie der bètadeeltjes, aan het beenderweefsel afgegeven. Bij 90Sr is dit niet alleen de energie der door dit nuclide uitgezonden bètadeeltjes, maar ook die der bètadeeltjes van 90Y, In groeiend bot worden strontiumatomen vooral in de plaatsen van groei ingebouwd, in volwassen bot op die plaatsen waar uitwisseling van calcium plaats heeft. De gemiddelde verblijftijd van strontium- en calciumatomen in bot is zeer groot, van de orde van verscheidene jaren. Dit is een van de redenen dat 90Sr geclassificeerd staat als het gevaarlijkste van de bètaradioactieve nucliden. De gevolgen van overmatige bestraling van het skelet zijn bekend uit de gevallen van radiumvergiftiging die zich hebben voorgedaan in de lichtgevende verf-industrie en ook na injectie van radiumoplossing die een tijdlang voor allerlei aandoeningen werd toegepast. Deze gevolgen zijn aantasting van het bot, veelal gevolgd door het optreden van bottumoren en soms ook leukemie. Deze effecten zijn voor 90Sr ook gevonden bij proefdiei-en. In het geval van radiumvergiftiging wordt de stralingsdosis echter voornamelijk veroorzaakt door alfadeeltjes, die vergeleken met de bètadeeltjes van strontium en yttrium een kleine dracht hebben. Deze laatste deeltjes hebben daarom een grotere kans door te dringen in met beenmerg gevulde holten in het bot, zodat de stralingsdosis in het beenmerg bij de mens naar schatting ongeveer 30 % bedraagt van die in het bot. Nu is gebleken dat bestra-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen