GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 174

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

138

G. J. SIZOO

natuurwetenschap wordt beschouwd, was eerder het tegendeel het geval. Al was in de Griekse en Romeinse Oudheid nog geen sprake van industrie in de moderne betekenis van machinale en massale voortbrenging van gebruiksgoederen, toch hadden ambacht, nijverheid en techniek een peil bereikt, dat ons thans nog door hetgeen ervan overbleef en door hetgeen we in de oude literatuur er van kunnen lezen, in verwondering brengt en dat ons een veel grotere kennis van de eigenschappen der stoffen, van de mogehjkheden en methoden van be- en verwerking en ook een veel omvangrijker gebruik van werktuigen doet vermoeden, dan uit de geschriften blijkt. De zwijgzaamheid der geschriften op dit punt moet echter waarschijnlijk juist verklaard worden uit de geringschatting, die in de kringen der schrijvers, dichters en natuurfilosofen leefde, ten aanzien van alles wat met de voortbrenging van materiële goederen samenhing. Of het handwerk en het ambacht werd geminacht omdat het door slaven werd verricht, dan wel of men het aan slaven overhet omdat het als minderwaardig werd geacht, kan in het midden worden gelaten, vermoedelijk zal hier wel van een wisselwerking sprake zijn geweest. Zeker is dat alles wat zuiver hoofdwerk eiste, wat door denken en beschouwing kon worden verkregen, in de maatschappelijke waardering hoog verheven was boven het al of niet door werktuigen ondersteunde handwerk, het ambacht en het ingenieiu-swerk, de „artes mechanicae", waartoe zelfs de beeldende kunst valt te rekenen. Plato verbiedt in de Leges dat een vrije burger een mechanisch bedrijf zal uitoefenen en wanneer hij in de Georgias gewezen heeft op het belang, dat de staat bij het werk van de ingenieur heeft, dan laat hij toch blijken dat hij diens maatschappelijke status zeer laag aanslaat: „Gij zoudt Uw dochter niet aan zijn zoon willen uithuwelijken, noch zelf zijn dochter willen trouwen". Moet uit de geringschatting waarvan de natuurfilosofen ten aanzien van de artes mechanicae blijk geven, besloten worden, dat daarvan generlei stimulans of invloed op de „artes hberales", de kundigheden, die geacht werden de vrije Griek te betamen, is uitgegaan? Die conclusie gaat toch misschien wel wat te ver. Het zal wel waar zijn, wat Plutarchus ons wil doen geloven, dat Archimedes het construeren van de waterschroef voor de bevloeiing van de akkers, en het ontwerpen van de blijden, katapulten en grijpwerktuigen voor de verdediging van zijn vaderstad als een onedele

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 174

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's