1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 208
168
S. J. RIDDERBOS
doende houvast, het wordt anders zodra wij de stractuur, het totaalbeeld van de Bijbelse openbaring in het oog vatten. Hier dreigt echter tegelijk het gevaar van een theologische speculatie en wie zich in dit opzicht aan een collega-theoloog spiegelt, spiegelt zich zacht. Ik meen een dergelijke spiegel gevonden te hebben in een artikel van Dr. Roscam Abbing over „Zielszorg aan hen die homosexueel zijn" (in „Zielszorg aan maatschappelijk getypeerde mensen"). Dit artikel poneert de noodzakelijkheid van onthouding voor homosexuelen niet (zoals gebruikelijk) op grond van de zoeven genoemde Bijbelteksten maar van een paar regels zgn. „theologie". De redenering is dan aldus: God heeft de mens als man en vrouw naar Zijn beeld geschapen „dus (let op dit woordje „dus"!) elk in dialoog met de ander. Ons leven in dialoog met God weerspiegelt zich in ons leven in dialoog met het andere geslacht." „God wil dus (en bij dit tweede „dus" komt de theologische aap uit de mouw van de toga) geen totaal verbond tussen gelijken, maar alleen tussen ongelijken, tussen man en vrouw. Alleen die verhouding tussen man en vrouw wil God dan ook vruchtbaar maken." (p. 152) Ik wil in het midden laten hoe een kinderloos echtpaar op de laatste toevoeging reageert, maar het oordeel van Christen-homosexuelen over deze dialoog-redenering is m.i. niet twijfelachtig. Ik dacht dat de dialoog tussen homosexuelen in 't algemeen nog al wilde lukken en dat het dan slechts een dialoog tussen gelijken zou zijn is niet te handhaven, omdat er nu eenmaal geen twee gelijke mensen bestaan. Waar Roscam Abbing overigens zijn dialoogidee vandaan haalt als specifiek voor de man-vrouw-relatie en als weerspiegeling van onze verhouding tot God is niet duidelijk en wordt door het herhaalde „dus" ook niet nader gemotiveerd. Het zou mij niet verwonderen, indien een gelovige homosexueel door een oproep tot ascese krachtens een dergelijke m.i. loze theologische redenering meer werd geïrriteerd dan door het traditoneel beroep op Bijbelteksten, al zouden deze dan ook te naïef en te simpel geexegetiseerd zijn. Ik dacht dat wij het dichtst bij de Bijbel bleven zonder in verbalisme te vervallen, indien wij ook voor ons probleem uitgaan van het liefdegebod. De structuur van het Bijbels ethos wordt immers zeer duidelijk door het dubbelgebod van de liefde gekarakteriseerd en we vermijden het best zowel fundamentalisme als speculatie, indien we bij het vraagstuk van de homosexualiteit het gebod van de naastenliefde centraal stellen. Ik spreek hier alleen van naastenliefde niet alsof er geen eerste
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's