1961 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 19

DE NATUUR EN DE GROOTHEID GODS

7

zouden innemen? Wat zullen wij bidden over onze kleine ongelukken tot de God der melkwegstelsels? En toch — we moeten ons niet van de wijs laten brengen door grote getallen en grote afmetingen in ruimte en tijd. Duizend jaren zijn bij de Here als een dag en een miljard lichtjaren als een handbreedte. Gods grootheid is niet evenredig met het aantal zonnen. Eén bloem is wonderlijker dan tienduizend zonnen. En één spelend kind is wonderlijker dan alle melkwegstelsels van het heelal. De God der kinderen is meer dan de god der melkwegstelsels. Daarom — wij behoeven ons niet te laten neerdrukken door de gedachte aan de grootheid van het heelal, eerder kunnen wij ons laten opbeuren door de gedachte dat de God, die dat alles draagt in Zijn hand, bij ons hier heeft willen wonen. De natuur en de grootheid Gods. We hebben gezien hoe hier problemen konden ontstaan. Maar ook dat wij die problemen te boven kunnen komen en dat wij hiertegenover onze vrijheid kunnen behouden, als we de begrensdheid van het wetenschappelijk denken maar blijven zien; als we ons niet laten overheersen door het zogenaamde natuurwetenschappelijk wereldbeeld, doch veeleer het wetenschappelijk denken en de wetenschappelijke resultaten integreren in een Christelijk levensbesef en een Christelijk waarheidsbesef, die ver uitgaan boven het wetenschappelijk aspect. Dit is niet alleen maar een wereldbeschouwelijke zaak; het heeft in velerlei richting practische consekwenties. Ook die verkeerde houding, die we hebben gesignaleerd, heeft practische consekwenties; die houding die voortkomt uit een overschatting van het natuurwetenschappelijk wereldbeeld. Het is misschien goed dat we hier, om misverstand te voorkomen, eerst even dit vooropstellen: als we zeggen dat 't natuurwetenschappelijk wereldbeeld overschat wordt, bedoelen we niet te zeggen dat in de eerste plaats de natuuronderzoekers zélf dit doen. Velen van hen weten maar al te goed de begrensdheid van hun inzichten; die overschatting wordt veel meer gepleegd in die populair-wetenschappelijke voorlichting, waarvoor de huidige massale communicatie-media zo graag hun poorten openzetten. — We bedoelen óók met te spreken over „overschatting" niet te zeggen dat we het natuuronderzoek niet serieus zouden moeten nemen; dat we bijvoorbeeld t.a.v. de vondsten der geologie zouden kunnen zeggen: o, dat kan wel best niet waar zijn. Dat bedoelen we niet te zeggen. — Natuurlijk, we moeten ook binnen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen