GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1962 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 19

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBEL EN NATUURWETENSCHAP OVER HET VERLEDEN

7

den ontdekt van de „kosmologische" voorstellingen uit de tijd van zijn ontstaan. Er is nogal discussie geweest over de vraag, of men mag spreken van een Bijbels wereldbeeld. Inderdaad zijn daartegen bezwaren in te brengen. Allereerst kan men de vraag stellen, of de gedachte van een wereldbeeld niet veel te modern is in dit verband. En als dat niet zo zou zijn, kan men dan spreken van één wereldbeeld in de Bijbel? Verder mag men dan dat wereldbeeld bijbels noemen, ook al ontdekt men de invloed daarvan in de Bijbel? Gaat het er de Bijbelschrijvers om ons hun wereldbeeld bij te brengen? Verstaat men ze juist niet verkeerd als men dat zou denken? Ook brengt men tegen de gedachte van een Bijbels wereldbeeld, dat dat nu verouderd zou zijn, wel in, dat de Bijbel de taal van het dagelijkse leven spreekt. Die laatste gedachte is juist, in zoverre er mee bedoeld wordt, dat de Bijbelschrijvers geen wetenschappelijke taal spreken. Ze is echter niet juist in zoverre ze er van uitgaat, dat de taal van het dagelijks leven altijd dezelfde is. De taal van het dagelijks leven wordt bepaald door de culturele situatie. Men kan het hier aan de orde zijnde vraagstuk niet afdoen met te wijzen op het feit, dat wij, ondanks Copernicus, nog steeds spreken van het opgaan der zon. Lucas' spreken over het land, dat de mensen op het schip naderde (Hand. 27 : 27), is in deze zaak evenmin het laatste woord. Noch in proza, noch in poëzie — het onderscheid tussen proza en poëzie moet men m.i. in dit verband ook niet teveel accentueren — worden tegenwoordig meer al de uitdrukkingen gebruikt, die we vinden in de Bijbel. Het behoort nu eenmaal niet tot de taal van het dagelijks leven van alle tijden om te spreken van de wateren onder de aarde, zo komt het mij voor. Niet alleen op kosmologisch gebied, maar ook op het terrein dat bestudeerd wordt door biologen en anthropologen, is het duidelijk, dat de Bijbelschrijvers andere opvattingen hadden dan wij tegenwoordig hebben. SteUig is het ook nu weer niet hun bedoeling wetenschappelijke uitspraken te doen. Maar in hun spreken van de „taal van het dagelijks leven", blijkt dat deze beinvloed is door „anthropologische" en „biologische" opvattingen, die wij thans verouderd achten. Evenzo kan men wellicht zeggen, dat bv. Ps. 121 („de zon zal u des daags niet steken noch de maan des nachts") over de oorzaak van ziekten spreekt op een wijze, waarop wij dit bij onze medische kennis niet meer zullen doen. Hetgeen tot nu toe gezegd werd, geeft ons waarschijnlijk nog weinig moeite. Al lang voelen de Christenen zich niet meer door de H. Schrift verplicht het Copernicaanse wereldbeeld af te wijzen. Al-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 350 Pagina's

1962 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 350 Pagina's