GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 159

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE GOEDE SCHEPPING

125

Kunnen vnj als medespelers in het spel die beide in één hand krijgen, of laat in dat geval hetzij de werkelijkheid een veer hetzij God ? Ik denk in dit verband aan het vraagstuk van de theodicee, waaronder men in de theologie het goed-praten verstaat van God in Zijn handelen 40). Het schijnt bijna onvermijdelijk dat we daarbij terecht komen zodra we meer willen zeggen (belijden) dat dat God te vertrouwen is en daar bovenuit ook nog — in een theologische constructie — willen aantonen dat dit vertrouwen op een voor ons doorzichtige grond berust. Zelfs de traditioneel-gereformeerde voorstelling, waarin alle lijden en dood op rekening van de zondeval gesteld wordt en niet op rekening van de schepping, krijgt iets van een theodicee, zodra men ermee aan het werk gaat als met een algemeen- inzichtelijk en hanteerbaar schema 4i). Met alle complicaties van dien, n.l. dat wij óf God goed-praten ten koste van de werkelijkheid óf de werkelijkheid goedpraten ten koste van God. Tot welke spekulaties dit dillemma iemand kan brengen, kunnen we bij Brunner lezen die in zijn dogmatiek beweert dat onze chaotische wereld van vandaag de oorspronkelijke scheppingswereld is omdat God de zonde reeds voorzag, en toen meteen maar een wereld bedacht die op deze gevallen staat berekend zou zijn. Als ik dit lees *2)^ heb ik het gevoel: dan toch maar liever Barth die het woordje „goed" op Gods heilsplan in Jezus Christus laat slaan. In elk geval heeft hij dan nog een stukje Nieuw Testament mee (b.v. Joh. 1; Col. 1), hetgeen van Brunners konstruktie niet gezegd kan worden. Kort en goed, de theologie speelt er voor mijn besef wat mee (dat mag) maar een sluitende gedachtengang kan ze niet geven zonder in verregaande mate spekulatief te worden (dat mag niet). Ik zie ook wel twee redenen waarom we in deze vragen niet verder kunnen komen dan de zaak nu eens weer van deze kant en dan weer van die kant te bekijken, en aan het eind te zeggen : wij weten het niet. In de eerste plaats wijs ik nog eens op die chaos, die de Israëliet al niet wist in te passen in Gen. 1. Er ligt wat wonderlijks in, dat men deze onaangepastheid van Gen. 1, 2 (tussen vers 1 en vers 3 ingeplaatst als een obstakel) toeschrijft aan Israels praereflexieve aard 43)^ terwijl men anderzijds voortdurend beklemtoont dat Gen. 1 het tegendeel van theologische naïviteit demonstreert. Zou het blijven staan van de chaos, midden in het verhaal dat de schepping wil verkondigen, niet betekenen (eventueel: nog eens onderstrepen) dat Gen. 1 een geloofsbelijdenis wil zijn temidden van de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 159

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's