GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 189

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE HEMEL — DE KOSMISCHE EN DE GODDELIJKE

151

d'amour les uns pour les autres, et pour Dieu, diront étemellement alleluia, parce qu'il disont Amen." Dit Augustijnse koraal dan, vormt het verheven preludium tot de serie opstellen, welke opent met een bijdrage van J. M. Femasse over „Le ciel dans la tradition biblique". Met name hier wordt men aan de belangrijke studie van Schouten herinnerd. De eerste woorden van Genesis zeggen ons overduidelijk, dat de bijbelse hemel een geschapen werkelijkheid is. De hemel is boven de aarde, en de hel, de Sjeool is onder de aarde. De eerste Christenen stelden zich voor, dat Christus, in de tijd tussen zijn sterven en wederopstanding in de hel was afgedaald, om aldaar zijn overwinning te verkondigen. Er bestaan daarvan zelfs oude prenten: Christus, zijn overwinning verkondigende in de hel. Die voorstelling heeft de Heidelbergse Catechismus, welks vierhonderdjarig bestaan onlangs allerwege is herdacht, laten vallen. Het komt mij voor, dat daarmede de oorspronkelijke bedoeling van het Apostolicum op dit punt is opgegeven. De Catechismus kent geen rijk van de doden, dat onder de aarde gelegen zou zijn. De oudGriekse afdaling naar de Hades o.a. van Orpheus, verloor daarmede haar Christelijk analogon. Het is zo echter duidelijk, dat eeuwenlang door de Christelijke kerk voorstellingen zijn gehuldigd en plechtig beleden, waarbij kosmische en religieuze voorstellingen tot een eenheid waren samengesmolten, maar die door de kerk later niet meer, althans niet meer als essentieel geloofsstuk, werden aanvaard. Dit betreft niet alleen het rijk der doden, de sjeool, en de hel (gehenna), maar ook de hemel. In het proces van Galilei kwam een conflict tussen theologie en kosmologie, astronmie, op dramatische wijze tot uiting. Al boog Gahleï het hoofd voor de kerk, het proces, waarin hij de voornaamste figuur was, was geen consohdatie, maar een begin ven een nieuwe ontwikkeling in de verhouding tussen natuurwetenschap en religie. Garrouges wijst er op, dat men voorzichtig moet zijn de daad van Copernicus voor te stellen als de vervanging van het geocentrisch door het heliocentrisch wereldbeeld, wanneer men daaraan althans de voorstelling verbindt, dat de geocentrische opvatting een naïeve uiting was van de mensheid, die zichzelf, en de aarde, die ze bewoont, vol trots als het middelpunt van het heelal beschouwt, het voorwerp van de bijzondere aandacht van God — de aarde die vanaf dat ogenblik kleiner wordt en meer en meer tot een minuscuul puntje

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 189

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's