1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 93

WIJSGERIGE BENADERING OUDERDOMSPROBLEMEN

65

kelijke. Deze Platoons georiënteerde opvatting van de wijsbegeerte zal wel altijd haar aantrekkelijkheid blijven behouden. De wijsgeer immers moet inderdaad zoeken naar grondlijnen, die de wisselvalligheid van het hier en nu te buiten gaan. De wijsbegeerte van vandaag heeft echter de eigen densiteit, de eigen geladenheid onderkend van het hier en nu. Dit is niet slechts een geval, een toepassing, een concretisatie van de blijvende grondlijnen in deze zin, dat de blijvende grondlijnen ons zouden boeien, terwijl het eigene van het hier en nu weinig interessant zou zijn voor de geest. De wijsbegeerte heeft begrepen, dat het hier en nu de openbaring, en wel de enige openbaring is van de grondlijnen waarnaar zij zoekt. Zij kan daarom die grondlijnen alleen maar in het hier en nu zoeken. Die grondlijnen openbaren zich in het hier en nu op een eigen wijze. Zoals de grondlijnen der werkelijkheid hier en nu openbaar worden, zó werden zij vroeger niet openbaar. Wij kunnen eigenlijk niet spreken van grondlijnen der werkelijkheid die zich volkomen onveranderd zouden voortzetten. Het is niet helemaal zinloos om van blijvende grondlijnen te spreken, indien men althans door het gebruik van de term „blijvend" maar niet alle verandering wil uitsluiten. Het blijvende openbaart zich op een telkens veranderende manier. Er zijn altijd kinderen geweest, en wij kunnen spreken van de blijvende werkelijkheid van het kind-zijn. Maar toch, het kind-zijn van nu is anders dan het kind-zijn van vroeger. Er zijn altijd ouden van dagen geweest, en niet zonder reden gebruiken wij nog steeds woorden als „oud" en „bejaard", woorden die ook eeuwen geleden reeds gebruikt werden. De betekenis van deze woorden is niet helemaal veranderd, maar evenmin helemaal dezelfde gebleven. Het hier en nu is boeiend, omdat het een openbaring is, en wel een oorspronkelijke openbaring, van de blijvende grondtrekken der werkelijkheid. Zoals deze in ons hier en nu openbaar worden, zo zijn zij nog nooit openbaar geworden. Wij moeten hieraan toevoegen, dat elke periode natuurlijk ook een eigen wijze van verhulling, van verblinding kent. In ons hier en nu worden bepaalde facetten der werkelijkheid met een bijzondere klaarheid openbaar, terwijl andere moeilijk te onderkennen zijn. Elke periode is op een eigen wijze een verstrengeling van licht en duister. Ik heb met dit alles willen zeggen, dat ik helemaal niet ontken, dat de wijsgeer zoekt naar blijvende grondlijnen. Maar wel ontken ik, dat de wijsgeer zich daarom zou afwenden van het hier en nu. Hij kan zijn grondlijnen immers alleen maar in het hier en nu vinden. Wendt hij zich af van het hier en nu, dan verliest hij alle aanraking

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen